Het G.B.I. in een
woonwagenkamp
GEZINS-BEGROTINGS-INSTITUUT
Onlangs heeft het G.B.I. een lezing gehouden
op een door de Stichting Woonwagenwerk,
te Schiedam, georganiseerde bijeenkomst, die
gehouden werd in het clubhuis van een der
woonwagenkampen. In overleg met de maat
schappelijke werkster van genoemde stich
ting had de G.B.I.-docente daarvoor de lezing
'Weet u wat uw gezin kost?' gekozen.
Het is een zeer geanimeerde bijeenkomst ge
worden, waarop de toehoorsters meren
deels tussen de dertig en veertig jaar oud
veel van de docente hebben geleerd en deze,
op haar beurt, ook van haar gehoor. Het is
namelijk een feit dat woonwagenbewoners
in hun kampen een zeer gesloten gemeen
schap vormen, met een eigen leefpatroon,
waarvan buitenstaanders niet gemakkelijk iets
te weten komen.
In het onderhavige kamp waren de mannen
over het algemeen werkzaam als kooplieden
in tweedehands auto's, sloopwaren, dekens,
klokjes, galanterieën en dergelijke. Hun af
zetgebied vinden zij voor een groot deel op
de buitenlandse schepen in de Rotterdamse
haven. De seizoenen oefenen invloed uit op
hun inkomsten, die daardoor wisselend zijn.
Hoewel de vrouwen goed op de hoogte ble
ken te zijn van prijzen en mogelijkheden tot
sparen leven zij in de goede maanden zeer
royaal, terwijl zij in de slechte maanden dik
wijls moeite hebben om rond te komen en de
bijstand van de dienst voor sociale zaken no
dig hebben. Hun kennis doen zij vooral op
van radio en televisie. Kranten worden weinig
gelezen, daar er onder de volwassenen nog
veel analfabetisme voorkomt.
De mannen dragen alle verdiensten af aan de
vrouwen en houden voor zichzelf alleen zak
geld. De verdeling van de bestedingen komt
dus geheel neer op de vrouwen. In de goede
maanden geven zij veel geld uit aan voeding
en snoep. Het gebeurt herhaaldelijk dat de
kinderen 's morgens bij het ontbijt al gebak
met slagroom krijgen. Voor de kleding wordt
daarentegen niet veel geld besteed. Dikwijls
kopen zij deze tweedehands van handelaren
die de kampen bezoeken, of uit een magazijn
dat door de maatschappelijke werkster wordt
beheerd. Nieuwe kleding wordt alleen op zon
dag en bij bijzondere gelegenheden gedra
gen. De inventaris van de wagens is pronkerig,
met glinsterende lichtkronen, veel snuisterij
en, en sierkussens op bedden en in de stoe
len. Het beddegoed is duur en voorzien van
geborduurde randen en stroken.
Ongeveer dertig wagens hadden het kamp
als vaste standplaats gekozen; ongeveer tien
stonden er tijdelijk. De vaste bewoners van
het kamp kopen veel op afbetaling. Toch wordt
er ook geregeld gespaard voor grote uitgaven.
Een voornaam spaardoel is het onderhoud van
de wagens. Men beschouwt de wagen als een
statussymbool en daarom wil men dat dezo
1786