Landbouw-economisch
nieuws
1963 in de E.E.G.
Voor de derde maal op een rij heerste er te
gen de jaarwisseling in de E.E.G. een bijzon
der gespannen sfeer. Twee jaar geleden moest
op 31 december de klok stilgezet worden, om
dat de Zes het nog niet eens waren kunnen
worden over een aantal beslissingen in de
agrarische sector en daarmee over de over
gang van de eerste naar de tweede etappe
van de overgangsperiode. Op 14 januari 1962
werd in de Ministerraad van de E.E.G. een
akkoord bereikt, dat beschouwd kon worden
als de eerste belangrijke stap op de lange
en moeilijke weg naar een gemeenschappe
lijke landbouwmarkt en een gemeenschappe
lijk landbouwbeleid. De goedkeuring van de
besluiten in de vier officiële talen en de vast
stelling van de nodige uitvoeringsregelingen
vergden echter nog diverse maanden, zodat
de verschillende produktenregelingen pas eind
juli 1962 in werking konden treden.
Tegen het einde van 1962 kwamen de onder
handelingen tussen de E.E.G.-landen en En
geland over de eventuele aansluiting van dit
land bij de E.E.G. in een uiterst kritieke fase,
waarbij agrarische problemen grote moeilijk
heden opleverden. Maar ver daarboven uit
was de invloed van de politieke opvattingen
van President De Gaulle. Na diens persconfe
rentie van 14 januari was de beslissing in
feite gevallen: Frankrijk sprak zijn veto uit
tegen een aansluiting van Engeland bij de
E.E.G. Ondanks hardnekkige en felle pogin
gen van de andere E.E.G.-landen moesten op
het einde van januari de onderhandelingen met
Engeland worden beëindigd 'opgeschort',
heette het officieel.
Dit, en vooral het Franse optreden, veroor
zaakte een scherpe crisis binnen de E.E.G.
De sfeer was danig vertroebeld, de basis voor
onderlinge verstandhouding en vertrouwen
was verdwenen. Maanden heeft het geduurd
voor men in de E.E.G. weer met reëel over
leg kon beginnen en zich kon en wilde zetten
aan de voorbereiding van nieuwe beslissingen.
Zo kwam in het midden van dit jaar een actie
program voor 1963 tot stand: de Zes spraken
af vóór 31 december beslissingen te treffen
over een aantal landbouwonderwerpen én over
het standpunt van de E.E.G. met het oog op de
zogenaamde Kennedy-ronde (de onderhande
lingen omtrent vermindering van beperkin
gen in het internationale handelsverkeer, ook
van agrarische produkten, die in de loop van
1964 zouden beginnen).
Uiteenlopende opvattingen
Met betrekking tot ongeveer alle belangrijke
en heel wat minder belangrijke onderwerpen
liepen de opvattingen van de zes landen niet
parallel. Scherpe meningsverschillen beston
den er ten aanzien van de door de Europese
Commissie voorgestelde regelingen voor rijst,
1780