1769 drag kunnen uitbetalen. Is de beschadiging ernstig, dan kan uitbetaling pas plaats vinden nadat men een volledig onderzoek heeft in gesteld. De Nederlandsche Bank gaat bij de beoordeling voor de uitbetaling niet over één nacht ijs en vraagt van geval tot geval het volgende in haar aanvraagformulier dat bij het beschadigde biljet moet worden ingeleverd. 1. Naam van de aanvrager (aanvraagster). 2. Voornamen, woonplaats, adres, geboorte datum, beroep, werkzaamheid, en de bank relatie of het gironummer. 3. Opsomming van het aantal beschadigde briefjes met vermelding van coupure, se- rieletters en nummers. 4. Uitvoerige omschrijving van de oorzaak van de beschadiging. 5. Namen en adressen van eventuele getuigen of personen bij wie naar de aanvrager of aanvraagster kan worden geïnformeerd. 6. Het kantoor van inlevering dient eveneens nog een beoordeling te geven van de per soon van aanvraagster of aanvrager. U ziet dat het vooral de twee laatste punten zijn die de aandacht van de bank van inleve ring vragen, de betrouwbaarheid van de in- leveraar of de persoon namens wie de inle- veraar komt. Uit het bovenstaande blijkt duidelijk dat het innemen van beschadigd bankpapier niet ach teloos kan geschieden. We nemen aan dat dit ook nergens gebeurt. Het correct invullen van het aanvraagformulier geeft voldoende waar borgen voor de goede behandeling van het ingenomen beschadigde papiergeld. Omdat dit correct invullen nog weieens wil mislopen, willen we toch even beklemtonen dat het in nemen van beschadigd papiergeld ook tot het dienstbetoon van de boerenleenbank hoort. Dit dienstbetoon moet echter niet zover gaan dat men snippers bankpapier of stukjes in neemt waarvan men bij voorbaat kan vaststel len dat de Nederlandsche Bank afwijzend zal reageren. Wij verwijzen naar punt 3 hiervoor, waar men om de serieletter en de nummers vraagt. Omdat in ons dossier nog een geval op af werking wacht met betrekking tot buiten om loop gesteld bankpapier, vragen we ook hier voor nog even Uw aandacht. De beoordeling of de waarde van het biljet al dan niet kan worden betaald, is weer een zaak van de Nederland sche Bank, onze circulatiebank. Voor na 7 mei 1945 uitgegeven geld dat buiten omloop is gesteld, krijgt men tot f 500 vergoeding zon der dat bijzondere verklaringen of papieren nodig zijn. Voor bedragen boven 500 vraagt de Nederlandsche Bank een door de eigenaar ingevuld en eigenhandig ondertekende ver klaring waarin de reden moet zijn opgegeven van de late inlevering van dit bankpapier. En nu maar zoeken. Wie weet! Hoewel niet zo frequent meer als vijf tot tien jaar geleden, toen het om oorlogsgeld ging, biedt men toch nog weieens buiten omloop gesteld bankpapier aan. Waarom de eigenaar deze biljetten niet tijdig heeft ingeleverd is ons soms een raadsel, temeer daar het hier nog wel meermalen om grote bedragen blijkt te gaan. Zou het een oude sok zijn die men plot seling terugvindt of heeft men eindelijk een nieuw behangetje geplakt? Dat zijn twee plaat sen waar men in vroeger tijden zijn geld placht te bewaren, onwetend over de zeker heid en rente die de boerenleenbanken kon den bieden.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1964 | | pagina 26