Tien plus tien is tien Beschadigde bankbiljetten en muntbiljetten Als iemand vijf gulden moet betalen en hij bezit slechts een briefje van tien, ziet men hem wel eens de schertsende beweging maken alsof hij het briefje doormidden scheurt en met de helft ervan wil betalen. Dat deze schertsende beweging ooit in wer kelijkheid zou zijn omgezet was ons voorheen onbekend. Het geval dat de Centrale Bank een dezer dagen in de praktijk meemaakte zou er op kunnen duiden dat het in een bepaal de streek van Nederland wél voorkomt. Wij hopen niet dat het een algemeen gebruik gaat worden en vooral geen rage; iedere kassier zou tot een legpuzzelaar uitgroeien. Wat was het geval? Een plaatselijke bank in het zuiden des lands ontvangt van een cliënt een half briefje van tien gulden, een beschadigd biljet dus, dat aan de Nederlandsche Bank ter inwisseling moet worden ingezonden. Een andere boerenleen bank, in het noordelijk gedeelte van deze zui delijke streek, ontvangt aan de kas enige da gen later eveneens 'n half briefje van tien. Beide banken maken er melding van aan de Centrale Bank, die hun een aanvraagformulier van de Nederlandsche Bank toestuurt. Deze halve briefjes komen in Eindhoven en vormen samen één briefje. Het typenum mer van de ene helft stemt netjes overeen met dat van de andere helft. Dit toevallig sa mentreffen is een zeldzaamheid; het was voor ons aanleiding tot een korte beschouwing over beschadigd bankpapier en beschadigde muntbiljetten en over de wijze van behande ling. Regelmatig ontvangt de Centrale Bank van de plaatselijke banken beschadigde bankbiljet ten of muntbiljetten met het verzoek tot om wisseling. Afgezien van papieren rijksdaal ders, die langzaamaan verdwijnen, is het op vallend dat het meestal briefjes van 10 en 100 zijn, waartussen een enkele keer een briefje van 25 zweeft. De oorzaken van de beschadiging, die aan de Nederlandsche Bank moeten worden opge geven, lopen uiteen van 'versleten door ge bruik' of 'beschadigd ontvangen' tot 'beklem ming in collectebus' of 't ons bekende ernsti ge geval 'voorlopige opberging in aslade, waarvan de huisgenoot, die de volgende och tend de kachel aanmaakte geen weet had, re sultaat: verkoolde resten van zeven briefjes van 100'. Arm salaris. Deze beschadigde biljetten dienen samen met een aanvraagformulier aan de Nederlandsche Bank te worden ingezonden. Bij deze bank, waar alle 'bankpapierscherven' terechtkomen, kan men het beste beoordelen wat de waarde moet zijn van het beschadigde biljet. Is de beschadiging niet ernstig en is er sprake van de inlevering van een 'heel' briefje dan zal de Nederlandsche Bank vrij vlug het hele be- 1768

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1964 | | pagina 25