talingsbalans in november een overbesteding
tot uiting kwam. Voor het komende jaar is
een verdere toeneming van de consumptieve
vraag te verwachten, naarmate de loonsver
hogingen doorwerken. Ten dele zal de ver
grote koopkracht zijn weg vinden naar het
buitenland en voor een ander deel worden af
geroomd door prijsstijgingen. Daarentegen
zal de ontwikkeling van de winsten minder
gunstig zijn en aanleiding kunnen geven tot
vermindering van de investeringsactiviteit. In
de tweede helft van het jaar kan het conjunc
turele klimaat omslaan, doordat de daling van
de investeringen als het ware de overhand
krijgt op de toeneming van de consumptie. De
vraag naar arbeidskrachten zal dan afnemen
en een algemene ontspanning zal zich kun
nen voordoen.
Maatregelen van de Nederlandsche Bank, als
ook die van de regering, zijn nu bedoeld om
de aanvankelijke overspanning niet te sterk
te laten worden, zodat ook de nadien te vrezen
terugslag niet te hard zal aankomen. Een moei
lijk jaar zal 1964 echter voor veel bedrijven
toch wel zijn. De vergelijking met 1957 dringt
zich op. In sommige opzichten zullen die twee
jaren inderdaad wel gelijkenis vertonen. In
andere opzichten niet; met name de over
heidsfinanciering zal het komende jaar ver
moedelijk niet de ontwrichtende invloed heb
ben, die de situatie in 1957 min of meer uit de
hand deed lopen.
G endringen