Bedrijfssparen
bij de Staatsmijnen
De voortreffelijk geredigeerde wekelijkse uit
gave van de Staatsmijnen in Limburg 'Staats
mijnen Nieuws' zal ongetwijfeld een grote en
geïnteresseerde lezerskring tellen. De redac
tie slaagt er iedere week in het nieuws van
dit bedrijf en ook de mededelingen voor de
personeelsleden in een vorm te brengen, die
tot lezen noopt. Het valt ons daarbij op het
hemd is nader dan de rok dat daarbij het
bedrijfssparen zich in een warme belangstel
ling mag verheugen. Enerzijds door de sti
mulering van het sparen door of namens de
bedrijfsleiding; anderzijds door de grote deel
neming van de personeelsleden.
Wij menen, dat hier de juiste weg gevonden
is om het woord 'bezitsvorming' tot een levend
begrip te maken. Hier is niet zonder meer een
spaarregeling ingevoerd, waarbij aan de per
soneelsleden verder de activiteiten worden
overgelaten. Deze personeelsleden worden
ook regelmatig op de hoogte gehouden over
de mogelijkheid ook de bijzondere uitkerin
gen (kerstgratificatie, vakantietoeslagen) te
sparen; zij kunnen kennis nemen van medede
lingen over algemene deblokkeringen. Het
wekt dan ook geen verwondering, dat het aan
tal deelnemers aan de spaarregeling 1954 nog
steeds toeneemt.
De spaarraad van de Staatsmijnen heeft on
langs verslag uitgebracht van de resultaten
over het tijdvak 1 juli 1962 tot en met 30 juni
1963. Uit dit verslag blijkt, dat de spaarrege
ling per 30 juni 1963 een aantal van 23.705
deelnemers telde. Dit betekent, aldus het ver
slag, dat 73% van de personeelsleden die
aan de spaarregeling kunnen deelnemen, re
gelmatig spaart. Het totaal ingelegde bedrag
beliep in het verslagjaar meer dan 11 miljoen
gulden. Door de Staatsmijnen werd hierop
20% premie verstrekt, oftewel 2.200.000. Het
totaal geblokkeerde bedrag heeft thans de f 25
miljoen overschreden. Dat is echter nog niet
alles. Wanneer bij het gezamenlijke geblok
keerde bedrag worden bijgeteld de bedragen
die voor erkende bestedingsdoeleinden na
1958 werden gedeblokkeerd dan komt de
spaarraad tot een totaal van bijna f 53 mil
joen gezamenlijk bezit in het kader van de
spaarregeling 1954.
Wij merkten het reeds op: bij de Staatsmijnen
is de bezitsvorming levende werkelijkheid
geworden. Dat bij de ingeschakelde spaar-
instellingen ook onze boerenleenbanken zijn
betrokken is niet alleen verheugend; het legt
ons tevens de verplichting op om met de ons
ten dienste staande middelen aan een verdere
groei mede te werken.
1759