BERICHTEN
NUMMER 5
JUNI 1945
VAN DE COÖP. CENTRALE RAIFFEISEN-BANK TE UTRECHT
(UITSLUITEND BESTEMD VOOR DE AANGESLOTEN BOERENLEENBANKEN
OPNIEUW.
Vrij spoedig na de algeheele bevrijding van ons Vaderland waren wij in staat per
circulaire hei coniaci mei onze leden weer op te nemen. Wij gevoelden hei als een
grooi voorrecht in die circulaire aan onze gedachten den vrijen loop ie kunnen laten,
uitdrukking te kunnen geven aan onze gevoelens van blijdschap bij de herkregen
vrijheid en van medeleven in al het leed, al het verdriet en al de zorgen, ook in
onzen kring tijdens de bezettingsjaren doorstaan en gekend. En bij de herinnering
aan de slagen, die wij te verduren hadden, bij het aanschouwen van het vele, dat
vernield werd, realiseeren wij ons, dat wij thans aangekomen zijn op het keerpunt,
het punt van uitgang onzer werkzaamheden. Thans moet ook op het terrein van onze
organisatie een begin gemaakt worden met alles, wat zal kunnen leiden tot herstel
en opbouw in het belang van de bevolking van het platteland.
Het verheugt ons, dat ons reeds van verschillende zijde is gebleken, dat de werk
zaamheden weer krachtig opgevat werden en dat getracht wordt zoo spoedig als
maar eenigszins mogelijk is tot het door allen gewenschte normale verkeer te komen.
Aan dit zelfde streven is het te danken, dat nu reeds een nummer van de Berichten
kan verschijnen, waardoor het tijdens een groot deel van de bezettingsperiode zoo
nu en dan ten minste nog mogelijk was eenig contact met onze leden te onderhouden.
Wij voegen hieraan terstond toe, dat wij alles in het werk zullen stellen om weer fe
komen tot een periodieke uitgave, zooals wij die gedurende jaren in „de Raiffeisen-
Bode' gekend hebben.
COUPONBETAUING.
De couponbetaling zal in beperkte mate weer hervat worden. Ter inleiding diene
het volgende:
Het Besluit Herstel Rechtsverkeer heeft ten doel, die personen, die tengevolge
van Duitsche bezettingsmaatregelen, het bezit van vermogensbestanddeelen verloren
hebben op een wijze, die indruischt tegen het rechtsgevoel, zooveel mogelijk weer
in het bezit van die zaken te stellen. Ter vergemakkelijking van deze zeer moeilijke
opgave, is het de strekking van het Besluit, te voorkomen, dat lieden, die bij het
einde van den oorlog in het bezit waren van dergelijke vermogensbestanddeelen
(bijv. effecten) deze aan een ander overdragen. De toestand, zooals deze op het
einde van den oorlog was, wordt dan zooveel mogelijk bestendigd en het is zoodoende
gemakkelijker een algeheel overzicht te verkrijgen over dergelijke vermogenvoorwaarden
en waar deze zich bevinden. Toch is het aan den anderen kant billijk om diegenen,
die te goeder trouw in het bezit zijn gekomen van dergelijke vermogensbestand
deelen, zoo min mogelijk te dupeeren. Dat zijn dus die lieden, die bij de verkrijging
van het betreffende vermogensbestanddeel (bijv. een effect) niet wisten nóch
redelijkerwijs hadden behooren te vermoeden, dat dat effect afkomstig was
van iemand, die dat op onrechtvaardige wijze was kwijtgeraakt (bijv. een Jood,)
Die goede trouw wordt verondersteld bij den verkrijger aanwezig te zijn geweest,
indien hij bijv. een obligatie heeft verkregen ter gelegenheid van een nieuwe uitgifte
of door aankoop door bemiddeling van een Lid van de Vereeniging voor den Effecten
handel (wanneer dat tenminste niet door den Minister van Financiën op een zwarte
lijst is geplaatst in de Ned. Staatscourant.) Twijfelt men of de betrokkene bij de
verkrijging te goeder trouw was, dan moet hij zijn goede trouw bewijzen.
Verder bepaalt het Besluit Vijandelijk Vermogen, dat niet mag worden beschikt
over vermogensbestanddeelen van vijanden, N.S.B.ers, N.S.B.-organisaties, kennelijke
collaborateurs en organisaties, welke kennelijk onder invloed staan van collaborateurs
voorts geldt hetzelfde ten aanzien van vermogens van particulieren en organisaties.