Niemand meldt zich voor de rondvraag. De Voorzitter der vergadering merkt op, dat het Bestuur niet alleen bekwaam, maar ook steeds paraat is en de Directie groote capaciteiten en toewijding bezit. Hij dankt voor den prettigen geest in de vergadering en sluit haar. Oorlogsgeweldschaden en bezettingsschaden. Van de zijde van verschillende boerenleenbanken zijn vragen gesteld hoe en op wélke wijze vergoeding wordt ontvangen ingeval schade wordt ge leden door personen tengevolge van oorlogshandelingen of tengevolge van maatregelen, genomen door de bezettende militaire overheid. I. De schade, veroorzaakt door oorlogshandelingen is de z.g. oorlogsge- weldschade; hieronder valt o.a.^schade, veroorzaakt door bombardementen, afstorten van vliegtuigen en alle andere schade, veroorzaakt door directe oorlogshandelingen. Voor dit soort schaden wordt volgens het besluit op de materieele oorlogsschaden (besluit 221/1940) door den Staat een tege moetkoming in de schade gegeven. Op deze bijdrage bestaat geen recht. II. De bezettingsschade is de schade, die wordt veroorzaakt door han delingen van de Duitsche weermacht, b.v. het vorderen of in gebruik nemen van roerende en onroerende goederen, afbraak van gebouwen, aanleggen van verdedigingswerken op onroerende goederen, stellen van inundaties, enz. enz., dus al die schaden, die niet het gevolg zijn van directe oorlogs handelingen, doch meer of minder het gevolg zijn van voorbereidingen. Anders gezegd.' onder bezettingsschaden vallen in het algemeen die scha den, die, veroorzaakt door handelingen van de Duitsche weermacht, niet het gevolg zijn van oorlogshandelingen, dus geen oorlogsgeweldschaden zijn. Voor de vergoeding van de bezettingsschaden is van toepassing het be sluit op de bezettingsschaden (besluit 30/1942) en het besluit houdende regelen tot uitvoering van art. 5 van het besluit op de bezettingsschaden (besluit 73/1943). Uit het bovenstaande blijkt reeds, dat de geleden oorlogsgeweldschade en de bezettingsschade niet op dezelfde wijze worden behandeld. I. De oorlogsgeweldschaden. Begrip oorlogsschade en zijn begrenzing. Oorlogsschade wordt door het besluit omschreven als iedere schade, die door oorlogsgeweld, hetzij van Nederlandscheri, hetzij van vreemden oor sprong, is toegebracht aan onroerende goederen of aan zoodanige roerende goederen, die tot een bedrijf behooren of het uitoefenen van een beroep dienen, dan wel aan huisraad. Blijkens de omschrijving wordt dus slechts vergoed schade aan: a. onroerende goederen, met inbegrip van bosschen en veldgewassen; b. bedrijfsinventaris, zijnde machines, gereedschappen, voertuigen, vee, enz-, alsmede de roerende zaken, dienende tot uitoefening van een beroep; c. bedrijfs- en handelsvoorraden; d. huisraad met inbegrip van lijfsgoederen en verbruiksvoorraden; e. schepen. 43

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Berichten' (CCRB) | 1944 | | pagina 7