om een spreker uit te noodigen, kan onder de huidige omstandigheden geen
gevolg gegeven worden. Dat nog zoo velen de bezwaren en de gevaren van
een reis naar Utrecht hebben getrotseerd, bewijst, dat de belangen der
Organisatie U nauw aan het hart liggen.
Den Voorzitter stemt dat dankbaar en hij heet de aanwezigen van harte
welkom.
Daarna leest de Heer C. S. van Beuningen, secretaris van den Raad van
Toezicht, de notulen voor van de Algemeene Vergadering van 28 Mei 1943,
welke als volgt luiden
,,De Voorzitter, de Heer Prof. dr. G. Minderhoud, heet allen van
harte welkom en brengt onder de aandacht, dat dit de vierde verga
dering tijdens den oorlog is; dat het Nederlandsche volk zijn aandeel
in de smarten en zorgen heeft gehad, maar dat er nog wel lichtpunten
zijn aan te wijzen. In den tuinbouw en in den akkerbouw zijn zeer
mooie tot bevredigende financiëele resultaten bereikt; de kleine be
drijven op het zand en vele veehouders hebben daarentegen geen
sluitende rekening kunnen maken.
De evacuatie, welke zich aanvankelijk zeer dreigend liet aanzien,
is tenslotte beperkt gebleven.
In eigen organisatie mogen de banken terugzien op een bevredigend
jaar; geen stopzetting, saneering of terugloop van omzet als bij Zuivel
fabrieken en Aankoopvereenigingen. Ondanks drie jaren lange bezetting
bleef onze Organisatie hecht en sterk.
In de toekomst zien wij een beeld met vele schaduwplekken, maar
waarin gelukkig het licht niet ontbreekt. Bij talrijke bedrijven, zooals
reeds gezegd, laat de rentabiliteit veel te wenschen over. De levende
inventaris is allerwege ingekrompen, de doode inventaris mist onder
houd en in sterke mate is geteerd op de voedselreserve van den
grond.
Het laatste jaar is de marge tusschen kostprijs en netto-opbrengst
bij boer en tuinder bedenkelijk versmald. Vooral de arbeidsloonen
hebben tot de stijging der productiekosten belangrijk bijgedragen; de
vaststelling daarvan zal echter een der moeilijkste problemen voor
een geordende samenleving blijven.
Aan de toekomst van den landbouw behoeft men evenwel niet te
twijfelen; deze is en blijft voor iedere samenleving de onmisbare basis.
Zeer goed mogelijk is, dat ingrijpende vormveranderingen zullen plaats
vinden, gepaard gaande met groote behoefte aan bedrijfskapitaal. De
coöperaties zullen met hernieuwde activiteit aan het werk moeten
gaan, hetgeen crediet zal vergen; de Staat zal door rigoureuse belas
tingen, eventueel door vermogensheffing, zijn ontstellend zwaren schul
denlast moeten aflossen. Ook na den oorlog zullen onze Boerenleen
banken een belangrijke taak te vervullen krijgen. Laat ons hopen, dat',
indien deze moeilijke tijden komen, ons vertrouwen in de kracht van
hetgeen door onderlinge samenwerking is gegroeid, gerechtvaardigd
zal blijken.
Met dezen wensch opent de Voorzitter de vergadering, waarna de
notulen van de vorige Algemeene Vergadering, gehouden op 29 Mei
1942, in druk rondgezonden, ongewijzigd vastgesteld worden.
De Voorzitter van het Bestuur wijst vervolgens op het zeer groote
bedrag, dat aan belastingen is betaald en op de tegemoetkomingen aan
de locale banken, welke waarschijnlijk beter zullen zijn dan in 1942;
voorts wijst hij op het verhoogde onkostencijfer, dat evenwel door ver
schillende factoren niet te vermijden is. Ondanks dit alles werd over
1942 nog een behoorlijke winst gemaakt, hoewel de reserve eigenlijk
nog steeds te gering is. Balans- en winst- en verliesrekening worden
38