BERICHTEN VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE RAIFFEISEN-BANK TE UTRECHT NUMMER 4 JULI 1944) (UITSLUITEND BESTEMD VOOR DE AANGESLOTEN BOERENLEENBANKEN Verslag van de Algemeene Vergadering van de Coöperatieve Centrale Raiifeisen- Bank te Utrecht, aldaar gehouden op Donderdag 1 Juni 1944 en van de Algemeene Vergadering van het Onderling Waarborgfonds. De Voorzitter van den Raad van Toezicht, de Heer Prof. Dr. G. Minder- houd, opent de vergadering met een rede, waarin hij enkele woorden wijdt san het feit, dat honderd jaar geleden te Rochdale de eerste geslaagde coöperatie werd opgericht. De spreker wijst er op, dat de in de Fransche revolutie zoo vurig bepleite vrijheid van de individuen geenszins de gelijk heid, welke men nastreefde, tot gevolg had; de vorige eeuw gaf reeds spoedig grootere sociale tegenstellingen te zien, voortgesproten uit de groot-industrie, De arbeiders stonden zwak en waren niet in staat zich te verweeren. Ten gevolge van de leer der staatsonthouding bemoeide de overheid zich niet met de sociale positie van die arbeiders. De eerste pogingen om te trachten door coöperatie betere toestanden te verkrijgen, mislukten; in 1844 te Roch dale slaagde men. De beginselen, verkoop tegen contante betaling, tegen normale prijzen, vorming van reserve en verdeeling van de winst naar af name, waren zóó gezond, dat zij het fundament werden van de reusachtige Engelsche verbruikscoöperatie in latere jaren. De Engelsche boeren hebben zich echter afzijdig gehouden van de verbruikscoöperatie, zulks in tegen stelling met bijvoorbeeld Denemarken, waar vooral de kleinere boeren zich aansloten en de coöperatie van zeer groot belang is, zoowel voor het bedrijf van den boer als voor diens privé-leven Ook in ons land hebben de boeren zich in het algemeen van de verbruiks coöperatie afzijdig gehouden om verschillende redenen, welke spreker noemt. Daarentegen heeft de landbouw-coöperatie een groote vlucht genomen, welke een zegen voor den boeren- en tuindersstand is geweest. Na een snellen bloei valt echter na 1920 een reactie waar te nemen; coöperatie moeheid is ontstaan en de groei is uit de beweging verdwenen. Laat ons bedenken, dat vele problemen en groote moeilijkheden ons nog te wachten staan, die misschien niet door den enkeling of kleine groepen, maar ver moedelijk wèl door een hecht aaneengesloten en eendrachtig samenwerken- den boeren- en tuindersstand het hoofd te bieden zijn. Het stemt tot dankbaarheid, dat onder de tegenwoordige omstandigheden onze Algemeene Vergadering gehouden kan worden. De agenda is zoo sober mogelijk gehouden; aan het denkbeeld van den Heer Van Bruggen 37

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Berichten' (CCRB) | 1944 | | pagina 1