Geldleeningen aan Provincies, Gemeenten en andere Publiekrechtelijke lichamen. 32 d. welke gratificaties in de kalenderjaren 1940 en 1939 zijn uitgekeerd, eveneens met vermelding van den grondslag der be rekening dier gratificaties. III. De uitkeering van gratificaties, toegestaan krachtens het bepaalde sub I en II van deze beschikking, mag geen aanleiding geven tot verhooging van verkoopprijzen en/of tarieven van den werkgever of zijn onderneming. V. De werkgever, die gratificaties krachtens het sub I bepaalde uitkeert, is verplicht binnen 8 dagen na dien daarvan opgave in tweevoud te verstrekken aan den Gemachtigde voor den arbeid, onder vermelding van de werknemers, aan wie gratificaties zijn verstrekt, het voor ieder van hen geldende loon of salaris, alsmede het aan ieder van hen als gratificatie uitgekeerde bedrag. V. Deze beschikking geldt tot en met 31 December 1944. De waarnemend Secretaris-Generaal van het Departement van Financiën heeft aan de Hoofdgroep Banken medegedeeld, dat er in verband met de beheersching van het rentepeil zijnerzijds voor de door provincies, gemeenten en andere publiekrechtelijke lichamen te sluiten geldleeningen normen zijn gesteld met betrek king tot de daarover te vergoeden rente. Krachtens deze normen mag het rendement van provinciale- en gemeenteleeningen en van leeningen aan waterschappen, polders e.d niet lager zijn dan 2^4 bij een looptijd van 1 jaar en 3y2 bij een looptijd van 20 jaren of langer. Voor leeningen met een looptijd, welke tusschen deze grenzen ligt, dient de rente naar evenredigheid te worden bepaald. In verband hiermede heeft de Voorzitter van de Hoofdgroep Banken, op verzoek van den waarnemend Secretaris-Generaal van het Departement van Financiën, krachtens art. 15 van het „Derde Uitvoeringsbesluit organisatie bedrijfsleven 1941" en onder goedkeuring van den Secretaris-Generaal voor Bijzondere Economische Zaken, den leden van de onder de Hoofdgroep Banken ressorteerende bedrijfs- en vakgroepen de volgende aanwijzing gegeven, welke hiermede algemeen bekend wordt gemaakt De leden van de onder de Hoofdgroep Banken ressorteerende bedrijfs- en vakgroepen zijn verplicht aan leening-voorstellen, die voorwaarden bevatten, welke met de bovengenoemde, door den waarnemend Secretaris-Generaal van het Departement van Financiën vastgestelde normen met betrekking tot de rente van geldleeningen aan provincies, gemeenten en andere publiekrechte lijke lichamen in strijd zijn, hun medewerking of tusschenkomst te onthouden.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Berichten' (CCRB) | 1944 | | pagina 8