Spaarders-leden. Spaargelden van één persoon of gezin. 28 In onze circulaire van 29 November 1943 werd geadviseerd om aan de spaarders-leden een hoogere rentevergoeding te geven, dan aan spaarders-niet leden, daar voor de boerenleenbanken verbreeding der basis van bijzonder belang is. Enkele boerenleenbanken zijn o.i. te hard van stapel geloopen en hebben iedereen, die van dit voordeel gebruik wilde maken, als lid aangenomen. Dit laatste was zeker niet de bedoeling van het door ons gegeven advies. In meergenoemde circulaire werd geadviseerd lidmaatschap te eischen van hen, die groote bedragen deponeeren en die uiteraard als lid in aanmerking komen. Selectie moet dus wel degelijk worden toegepast, zoodat o.a. niet als nieuwe leden moeten worden aangenomen, gehuwde vrouwen en minderjarigen, wat intusschen ingevolge de desbetreffende statu taire en wettelijke bepalingen niet geoorloofd is. O.i. behoort voorts bij het toetreden van leden rekening gehouden te worden met het karakter der bank, zoodat in de eerste plaats voor het lidmaatschap in aanmerking komen, zij, die overeenkomstig de statutaire bepaling het landbouwbedrijf (in den ruimsten zin van het woord) uitoefenen. Zooals uit de door ons op 29 November 1943 gegeven richtlijnen blijkt, achten wij het onder de huidige, bijzondere omstandigheden op de geldmarkt noodzakelijk de boerenleenbanken in overweging te geven een z.g. gedifferentiëerde rente voor spaargelden en credit-saldi in loopende rekening toe te passen, in den geest als door ons in het voorbeeld aangegeven. Uit de opgaven, welke binnenkomen, blijkt, dat de meeste banken dit systeem hebben toegepast, zoodat tot een zekere limiet (b.v. 2.000.of 3.000.een in verband met de omstandig heden tamelijk hooge rente wordt uitgekeerd en daarboven een laag percentage wordt gegeven. Meestal werd daarbij de bepaling gemaakt, dat de vastgestelde limiet zou gelden per gezin. Deze bepaling blijkt echter in de praktijk moeilijkheden op te leveren. Immers wordt bepaald, dat de hoogere rente slechts uitgekeerd wordt tot een bedrag van 2.000.of 3.000.per gezin, dan zal van elke afzonderlijke rekening van de leden van dit gezin en van alle rekeningen in totaal de rente behooren te worden berekend om tot een juiste verdeeling der rente over de verschil lende boekjes te komen. Dit is wel een zeer tijdroovend, omslachtig en weinig loonend werk.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Berichten' (CCRB) | 1944 | | pagina 4