De uitbetalingen mogen slechts worden gedaan aan den eig
naar van het boekje, die zich legitimeeren moet door middel
van zijn persoonsbewijs en bovendien moet kunnen aan-
toonen, dat hij geëvacueerd is.
Aan niet-geëvacueerden mogen door andere banken derge
lijke uitbetalingen niet worden gedaan.
Hoogere bedragen dan 100,- op spaarboekjes, alsmede
uitbetalingen op rekening-courantboekjes, mogenslechs
plaats hebben, nadat overleg is gepleegd met de Centrale
Bank en deze, na raadpleging van de administratie der be
trokken boerenleenbank, toestemming tot uitbetaling heeft
gegeven.
De uitbetalingen en stortingen moeten aan de Centrale Uan
worden opgegeven op daarvoor bestemde formulieren, welke
gratis verkrijgbaar zijn bij de Centrale Bank (form. 75). Na
ontvangst der opgave wordt door de Centrale Bank een nota
gezonden.
De uitbetalingen en stortingen worden door de kassiers aan-
geteekend in de spaarboekjes resp. in de loopende rekening
boekjes (ongezegeld!).
Voor uitbetalingen en ontvangsten van spaargelden wordt
een afzonderlijk kwitantie- en stortingboekje gebruikt (torm.
57 en 53). Deze formulieren worden eenigszins gewijzigd
Het woord „Spaarbank" wordt doorgehaald; de naam der
boerenleenbank, die de gelden uitbetaalt of ontvangt wordt
te bestemder plaatse vermeld. Onder „ten name van......
"t wordt bovendien de naam der boerenleenbank
vermeld, die het boekje heeft uitgegeven. Het saldo van het
boekje na het tijdstip, waarop de storting of opvraging heeft
plaats gehad, wordt op het formulier vermeld.
Voor uitbetalingen boven 10,— moet het kwitantieform. 57
worden gezegeld.
Voor uitbetalingen en stortingen door geëvacueerden wordt
een rekening in Grootboek III geopend, genaamd „Geeva-
cueerde spaarders". (Deze rekening loopt geregeld glad,
nadat van de Centrale Bank de afrekening is ontvangen) Bij
uitbetaling worden de kolommen 10 en 13 van het dagboek
van de boerenleenbank gebruikt en voor stortingen de kolom
men 5 en 8 (oud model)
Nieuwe spaarders uit geëvaceerde gebieden mogen niet wor
den aangenomen, tenzij de boerenleenbank, waar zij komen,
hen zelf als spaarders wil aanvaarden (dus geheel buiten de
bemoeienis van de geëvacueerde bank)
Wanneer een spaar- of loopende rekeningboekje van een
geëvacueerde cliënt vol_ is richte men zich tot de Centrale
Bank ter verkrijging van een nieuw boekje.
27