BERICHTEN
VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE
RAIFFEISEN-BANK TE UTRECHT
Grondstof voor een Jaarverslag.
NUMMER 2 MAART 1944
(UITSLUITEND BESTEMD VOOR DE AANGESLOTEN BOERENLEENBANKEN
Naar aanleiding van het verzoek van vele boerenleenbanken om
dit jaar, evenals andere jaren, wederom grondstof voor een jaar
verslag of voor een openingswoord op de algemeene vergadering
der bank te leveren, laten wij hieronder de gebeurtenissen op ver
schillend gebied, voor onze boerenleenbanken van belang, de
revue passeeren.
Alvorens wij in onzen terugblik over het jaar 1943 dié aan
gelegenheden bespreken, welke meer in het bijzonder betrekking
hebben op onze Coöperatieve Boerenleenbanken, willen wij eerst
het een en ander zeggen over onze organisatie in haar geheel.
Wij gaan daarbij uit van de laatstgehouden algemeene ver
gadering der Centrale Bank, welke, behalve de goedkeuring der
jaarstukken en de verkiezingen, slechts wijziging bracht in art. 3
van het huishoudelijk reglement der Centrale Bank. Hierdoor
werd de wijze van opberging der waardepapieren, die in de
praktijk de meest gewenschte is gebleken, officieel vastgelegd.
Door de Centrale Bank werd in 1943 een rapport uitgebracht
betreffende de salariëering bij de boerenleenbanken (zulks naar
aanleiding van de besprekingen te dezer zake in de Centrale
Ringvergadering), welk rapport ter kennisname aan de banken
werd toegezonden.
Ten aanzien van de belastingaangiften door de boerenleen
banken kwam het tusschen de desbetreffende autoriteiten en de
Centrale Bank tot een overeenkomst, krachtens welke centralisee
ring der belastingaangiften tot stand kwam bij de Centrale Bank.
Hoe nuttig deze centraliseering ook is, inzonderheid voor de
boerenleenbanken, zij geeft de speciaal daarvoor in het leven
geroepen belasting-afdeeling handen vol werk, zoodat mede in
verband met de technische moeilijkheden in de belastingwetten
achterstand aanvankelijk niet kon uitblijven. Nu langzamerhand
de juiste en volledige gegevens van de banken echter ter beschik
king staan, gaat het werk vlotter.
13