3 I I REDACTIE EN 1 I ADMINISTRATIE Deze handelwijze was te verdedigen, omdat de credietbehoeften der rekeninghouders zich in het algemeen in normale tijden niet zoo snel wijzigen. Toch bleek meermalen, dat het verstrekte crediet op den duur niet meer aan het oorspronkelijk gestelde doel beantwoordde. Eenerzij ds kwam het voor, dat het crediet bevroren geraakte, zoodat het meer het karakter van een vast bedrijfsvoorschot aan nam en dientengevolge ook als voorschot behandeld moest worden. Anderzijds bleek vaak, dat een credietnemer na verloop van tijd geen behoefte meer had aan het hem verstrekte crediet en hiervan dus geen gebruik meer maakte. Toch bleef om allerlei redenen (b.v. prestige-overwegingen) een dergelijk crediet vaak gehand haafd. Hoe gering het bedrag aan ingetrokken credieten over de laatste jaren is geweest, moge blijken uit het feit, dat het totaalbedrag der verleende credieten over de jaren 1940, 1941 en 1942 resp. bedroeg 136 millioen, 129 millioen en 127 millioen. Bij het doorloopen der boeken onzer boerenleenbanken zal blijken, dat thans de rekeningen van vele rekeninghouders credit staan öf dat door hen van het toegestane crediet slechts in gerin gere maté gebruik wordt gemaakt. De totale debetsaldi bedroegen per 31 Dec. 1942 slechts 47 millioen gulden. Na den oorlog zal er echter ongetwijfeld veel geld nooaig zijn: voor herstelwerkzaamheden, voor aankoop van veevoeder, kunst mest en landbouwwerktuigen, omzetting en herstelling van bedrij ven en aanvulling van voorraden (bij winkeliers). In welk tempo de voor deze herstelwerkzaamheden en aan- koopen benoodigde gelden bij de boerenleenbanken zullen worden opgenomen, is niet te beoordeelen. Dit hangt natuurlijk o.a. af van het tempo, waarin grondstoffen, materialen, veevoeder, kunst mest en andere goederen zullen kunnen worden geïmporteerd en van de ontwikkeling van het prijspeil. Het is echter zeer waarschijnlijk, dat veel van het in de laatste jaren toegestroomde geld weer zal worden onttrokken en dal bovendien credietvraag zal ontstaan, zoodat er een dubbele aan slag op de toevertrouwde middelen der boerenleenbanken zal worden gepleegd. Met minder beschikbare middelen dan heden ten dienste staan zullen de boerenleenbanken dan de komende credietbehoeften moeten financieren. Toch moet het credietapparaat zoo goed mogelijk werken. Daartoe is o.i. noodig, dat de bestaande credieten onder de loupe worden genomen. In het bijzonder dienen de credieten met borgstelling nader te worden bekeken. Bij vrijwel al onze banken worden deze credieten aan een jaarlijksche revisie onderworpen. Blijkt daarbij, dat .«Mkvuuv k/ncvcu, £jij nci uan uurv, uai, uc v ci ^ciiumg vctu uic oiunncu met J9J9T1P"Pfpupn waarde nz-.rr vii^f

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Berichten' (CCRB) | 1944 | | pagina 3