iedereen intussen onbeperkt kon investeren,
liet belang dat de bank bij deze bepaling
kan hebben kan uit een voorbeeld blijken.
Veronderstel, dat iemand zonder toestem
ming van de Plaatselijke Commissie een
kippenhok bouwt op het tracé van een aan
te leggen weg en dat aanvrager mede op
basis van dit kippenhok een financiering
heeft verkregen. De omstandigheid, dat na
derhand het hok zonder enige schadever
goeding moet worden afgebroken, zal het
onderpand in waarde doen verminderen.
Evenzeer is echter van belang, dat door
deze gang van zaken ook de mogelijkheid
om rente en aflossing te voldoen in gevaar
wordt gebracht. De bank moet dan ook
steeds nagaan of de vereiste toestemming
van de Plaatselijke Commissie is verkregen.
Het spreekt vanzelf, dat de Plaatselijke
Commissie een normale ontwikkeling niet
zal afremmen en zo enigszins mogelijk haar
toestemming zal geven. Zij zal hierbij van
geval tot geval moeten bekijken of de uit
voering van de ruilverkaveling al dan niet
zal worden belemmerd.
Boerderijverplaatsing en bank financiering
In het kader van een ruilverkaveling kun
nen sommige boeren in staat worden ge
steld om hun gebouwen te verplaatsen. Zij
bouwen dan een nieuwe boerderij in een
gebied waar nog geen of slechts weinig
boerderijen staan onder verkoop van de be
staande gebouwen. De mogelijkheid van
subsidie en financiering door het rijk op
deze bouw zijn in ons vorige artikel uiteen
gezet. De mogelijkheden van financiering
door de boerenleenbank blijven echter van
belang. Voor de bestaande hypothecaire
financiering moet immers een passende ze
kerheid aanwezig blijven. Bovendien heeft
de boer veelal nog behoefte aan een aan
vullende financiering voor uitbreiding van
veestapel en werktuigeninventaris, extra
investeringen in gebouwen enz.
Veronderstel nu, dat boer A gronden rond
het dorp op zijn naam heeft staan. In de
ruilverkaveling verplaatst hij zijn bedrijf.
De nieuwe gebouwen worden gesticht op
een perceel, waarvoor hij een tijdelijk recht
van opstal krijgt. De eigenaar van dit
perceel moet hieraan medewerkinggeven en
bestaande hypotheken op dit perceel moe
ten worden geroyeerd. Rondom de nieuwe
gebouwen krijgt boer A een kavel in ge
bruik, die hem te zijner tijd vermoedelijk
ook zal worden toegedeeld. Zijn eigen
gronden rond het dorp komen daarentegen
ter beschikking voor de ruilverkaveling.
Zo lang de ruilverkaveling nog niet is af
gewerkt, kan boer A van de bank een finan
ciering krijgen tegen hypotheek op de
eigendom rond het dorp en op het recht
van opstal voor de nieuwbouw. In de akte
waarbij dit recht van opstal is verkregen, is
bepaald, dat het recht eindigt bij het pas
seren van de akte van toedeling. Door over
schrijving van de akte van toedeling wordt
de houder van bet opstalrecht echter volle
eigenaar van de onder de gebouwen liggen
de grond en daardoor ook van de gebouwen
zelf.
Het recht van opstal is het. recht om op de grond
vaneen ander gebouwen (of beplantingen) te hebben;
dit recht kan worden verkocht en met hypotheek
worden belast. Bij het einde van het recht van op
stal gaat het gebouwde in eigendom over aan de
eigenaar van de grond, die hiervoor echter de waai
de van de gebouwen dient te betalen.
1727