lening, waarop eind oktober a pari kon
worden ingeschreven tot een bedrag van
400 miljoen, geen succes geworden.
Bij voorgaande staatsemissies moesten
meestal belangrijke reducties worden toe
gepast. Zo werd bij de uitgifte van de
41/2% staatslening, groot 300 miljoen,
a 99%°/» op 21 mei slechts 34% toegewe
zen en op de gelijkluidende staatslening,
die op 19 januari tegen 99% werd geëmit
teerd, was de toewijzing nog geen 2V0.
Deze keer echter werden de inschrijvingen
ten volle toegewezen, en moest bovendien
nog een bedrag van ruim 95 miljoen bij
de rijksfondsen en -instellingen worden on
dergebracht, door afboeking van hun voor-
insch rijt rekeningen.
De hogere rente van 4!/2%) kon de beleg
gers klaarblijkelijk niet imponeren. De zo
genaamde premiejagers, die na de plaatsing
van een lening hun portie weer op de markt
brengen met het oog op koerswinst, zijn
deze keer ongetwijfeld thuis gebleven.
Derhalve kan wel worden aangenomen, dat
het overgrote deel van de inschrijvingen
voortsproot uit reële beleggingsbehoeften.
Desondanks deed de lening op de avond
van de inschrijving al een disagio van circa
%°/o, dat met enige schommelingen is blij
ven bestaan.
Het is wel begrijpelijk, dat de hele obligatie-
markt van dit verloop enigszins onder de
indruk is geraakt. Over het algemeen con-
Koerstabel
18-10-
1963
15-11-
1963
3V//0
Nederland 1947
9 °V3
(4,i9°/o)
8 9'/2
(4,27»/»)
3
Nederland 1954
89
(4,39%))
87'/.,
(4,59°/")
41/4°/o
Nederland 1963 II
98"/10
(4,42"/»)
96'',
(4,59°/»)
3 y^/o
Nederland 1953
93 °/8
(4,45°/»)
92V-
(4.57°/»)
4%
Nederland 1961
9 6V8
(4,47°/»)
95'/»
(4-59°/")
3 V?/o
Nederland 1956
(4,4S°/o)
91'/-
(4,60%)
4V2V0
Nederland 1960 I
iooV10
(4,49%)
991/,,
(4,57U/»)
41/4°/o
Nederland 1959
9 8 0
(4,47°/»)
97'/»
(4-59°/»)
3°/o
Ned. Grootboek 1946
91%
(4,24%)
9°'/,
(4.4'"/»)
3°/o
Investeringscert.
98v,
(3,85
98'/.
(3,85%)