Overzicht van de voornaamste posten van de weekstaten van de Nederlandsche Bank 2 r/10 28/10 4/11 11/11 18/11 Goud 5698 5698 5698 5698 5698 Deviezen 1015 1013 913 1060 1065 Goud en deviezen 6713 6711 66 1 1 6758 6763 Portefeuille Ned. Bank 523 523 523 523 523 Voorschotten 26 5 4 3 6 Banken 78 269 IOI 289 139 Andere ingezetenen 93 76 37 35 28 Saldo schatkist 1284 93 7 994 11 21 1292 Bankbiljetten in omloop 5782 5934 5980 5814 5809 zwaar gefinancierd kon worden uit de be schikbare middelen. Volgens de weekstaat per 11 november hadden de banken namelijk een saldo van 289 miljoen. Deze relatief hoge stand vond zijn oorzaak in de toeneming van de devie zenvoorraad met 147 miljoen alsmede door de terugvloeiing van de bankbiljetten in de kassen van de banken. Door de storting op de staatslening daalde het door de banken aangehouden saldo uit eindelijk tot 139 miljoen. Sinterklaas op de geldmarkt De november-ultimo eist gewoonlijk onge veer 300 miljoen van de markt op. Van wege de Sinterklaas-uitgaven blijft hiervan altijd nog een gedeelte een week in omloop. Het was daarom geen verrassing, dat de Nederlandsche Bank vooreerst de kasreser- ve-verplichtingen voor de periode van 22 november tot 22 december op nihil hand haafde. Voorts stelde zij, ter overbrugging van eventuele liquiditeitsmoeilijkheden in verband met de november-ultimo, de gele genheid open om schatkistpapier tegen een gereduceerd tarief en voor een termijn tót 5 december bij haar te belenen. Voor deze stallingsmogelijkheid werd een rente van berekend. Het schatkistpapier, dat voor inlevering in aanmerking kwam, was alle papier vervallend in de periode tot eind 1964, echter met uitzondering van papier per 1 december van dit jaar. Rond de staatslening Bezien vanuit het standpunt van het rijk is de uitgifte van de jongste 41//2°/o staats- 1743

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1963 | | pagina 25