Ten gevolge van deze betalingen bleef de
daling van het saldo van 's rijks schatkist
beperkt tot 350 miljoen, waardoor het
saldo uiteindelijk nog op het hoge niveau
van 937 miljoen stond.
Geld- en Kapitaalmarkt
Daggeldrente lager
Nadat het rijk op 25 oktober de circa 500
miljoen kwartaalsuitkeringen aan de ge
meenten had gedaan, behoorde de kort te
voren opgetreden krapte op de geldmarkt
weer tot het verleden. Op die datum werd
de officiële callrente van 2% dan ook terug
gebracht op 11/4%, om enige dagen later op
i°/o te belanden.
Desondanks nam het saldo van de banken
aangehouden bij de Nederlandsche Bank
volgens de weekstaat per 28 oktober slechts
toe met ongeveer 190 miljoen. Dit is te
verklaren uit het feit, dat de omvang van
de bankbiljettencirculatie in diezelfde
week toenam met circa 150 miljoen.
Voorts werden de dure voorschotten, die
op 21 oktober 26 miljoen beliepen, snel
teruggebracht tot een normaal niveau van
rond 5 miljoen. Tenslotte ontving het
rijk een netto-bedrag door belastingen en
andere inkomsten van om en nabij 150
miljoen.
Kasreserve nog nihil
Per vier november constateerde men we
derom een vergroting van de chartale cir
culatie met 54 miljoen, waardoor de okto-
ber-ultimo in totaal nagenoeg 200 miljoen
van de markt opeiste.
Mede tengevolge van de deviezenverko-
pen door de Nederlandsche Bank daalde
op die datum het saldo van de banken tot
het lage niveau van 100 miljoen. Gezien
het feit, dat de kasreserve-verplichtingen
ook voor deze periode op nihil waren ge
handhaafd, baarde deze minimale positie
geen zorgen, tenminste niet onmiddellijk.
Wel zag men natuurlijk de vijftiende no
vember met enig pessimisme tegemoet. Dit
was namelijk de stortingsdatum van de
jongste staatslening, waarop de markt 305
miljoen zou moeten opbrengen.
Ook deze betaling ging echter niet met veel
betekenende moeiten gepaard, vanwege de
betalingsfaciliteit, die de Agent van het Mi
nisterie van Financiën had aangekondigd.
De Agent stelde namelijk de mogelijkheid
open om deze staatslening te betalen met
schatkist papier vervallend in de maanden
januari tot maart 1964.
Naar schatting is hiervan voor een bedrag
van ruim 100 miljoen in betaling gegeven.
Dientengevolge was slechts 200 miljoen
in contanten nodig, hetgeen zonder be-
1742