de tab-kaart (plakstrook). Overdrijven wij met te zeggen: een kind kan de was doen? Wat die tab-kaart betreft, wij mogen toch wel verwachten, dat die wordt gebruikt op de manier, zoals die op cursussen werd toe gelicht: dat de rekeningkaarten van alle deelnemers aan eenzelfde premiespaarrcge- ling achter de desbetreffende tab-kaart worden opgeborgen, ook de jeugdspaarre- keningkaarten. U ziet dan direct, dat ook de jeugdspaar- ders van een bepaalde onderneming geen gelden mogen opnemen zonder goedkeu ring van het bedrijf. Naleving door de boerenleenbanken van de voorschriften van het spaarreglcment is een eerste vereiste. De onderneming moet hier op onvoorwaardelijk kunnen rekenen. Laten wij bedenken dat de goede naam van onze organisatie bij het bedrijf staat of valt met de wijze waarop wij die spaarregeling uitvoeren. Die uitvoering moet zijn geheel overeenkomstig bet beeld, dat de bedrijfs directie zich hiervan gevormd heeft tijdens het gesprek met de employé van de Cen trale Bank: de boerenleenbank doet dit vlekkeloos. Dat kan!

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1963 | | pagina 19