de tab-kaart (plakstrook). Overdrijven wij
met te zeggen: een kind kan de was doen?
Wat die tab-kaart betreft, wij mogen toch
wel verwachten, dat die wordt gebruikt op
de manier, zoals die op cursussen werd toe
gelicht: dat de rekeningkaarten van alle
deelnemers aan eenzelfde premiespaarrcge-
ling achter de desbetreffende tab-kaart
worden opgeborgen, ook de jeugdspaarre-
keningkaarten.
U ziet dan direct, dat ook de jeugdspaar-
ders van een bepaalde onderneming geen
gelden mogen opnemen zonder goedkeu
ring van het bedrijf.
Naleving door de boerenleenbanken van de
voorschriften van het spaarreglcment is een
eerste vereiste. De onderneming moet hier
op onvoorwaardelijk kunnen rekenen.
Laten wij bedenken dat de goede naam van
onze organisatie bij het bedrijf staat of valt
met de wijze waarop wij die spaarregeling
uitvoeren. Die uitvoering moet zijn geheel
overeenkomstig bet beeld, dat de bedrijfs
directie zich hiervan gevormd heeft tijdens
het gesprek met de employé van de Cen
trale Bank: de boerenleenbank doet dit
vlekkeloos.
Dat kan!