Een verhaal
met een moraal
in drie bedrijven)
Eerste bedrijf
Het gebeuren speelt zich af in tic directie
kamer van een onderneming ergens in Ne
derland.
Een volijverige functionaris van de Cen
trale Boerenleenbank poogt in een onder
houd met de directie de belangstelling voor
bet bedrijfssparen op te wekken. In zijn
toelichting belicht hij hoe belangrijk deze
spaarvorm wel is, ook voor de onderne
ming. Zijn gesprekspartner staat aanvanke
lijk nog wat gereserveerd ten opzichte van
dit onderwerp. Hij spreekt over moeilijk
heden met zijn werknemers. De arbeidslust
is gering, het werktempo laag, er is een
groot verloop.
Onze medewerker is een tactisch mens. Hij
weet in een gesprek te luisteren, zodat hij
zich een goed beeld kan vormen van de
situatie in het bedrijf. Een groot verloop
onder het personeelPrompt voert onze
medewerker het element van de bedrijfsbin-
ding aan. De belangstelling van de direc-
1734
teur stijgt. Elk middel om het spook van
het personeelsverloop te weren, wordt met
beide handen aangegrepen. Dit is zo'n
middel.
Onze medewerker spreekt verder over de
service van zijn organisatie. Hij vertelt hoe
de boerenleenbank de spaarregeling uit
voert en spreekt daarbij enthousiast over
enkele voor de onderneming en de werk
nemers belangrijke aspecten. Een eenvou
dig administratie-systeem met slechts en
kele formulieren. De boerenleenbank ver
strekt een spaarboekje, dat een bijdrage le
vert tot de overzichtelijkheid van het ge
heel. De boerenleenbank doet nog veel
meer. Onze medewerker vertelt.
De directeur ziet gaandeweg het beeld ont
staan van de ideale spaarinstelling. Er is
voor hem maar één conclusie mogelijk: al
leen de boerenleenbank biedt juist dat, wat
hij zoekt. Besluit: de spaarregeling wordt
bij de boerenleenbank ondergebracht.
Onze medewerker wordt ten zeerste be
dankt voor zijn deskundige voorlichting.
De directeur is vol lof, vooral over de ser
vice van de boerenleenbank.
Tweede bedrijf (circa een jaar later)
Op het bureau van de employé van de Cen
trale Bank rinkelt de telefoon, kort en bon
dig, een tikkeltje nijdig zelfs.
De vriendelijke stem van onze medewerker
wordt beantwoordt met een kort, zakelijk
en nors geluid vanaf het andere einde van
de draad: de directeur uit ons eerste bedrijf.
Of wij ons het gesprek van vorig jaar nog
kunnen herinneren? Dat kunnen wij. Of wij
nog weten hoe wij verteld hebben over de
ruime service van onze organisatie? Dat