naar een gebied, waar nog geen of slechts weinig boerderijen staan. De verplaatsing maakt bet mogelijk om voor het gehele blok een beter plan van toedeling te maken. Via de ruilverkaveling kan een bedrijf te vens financiering verkrijgen voor een be drag, dat maximaal gelijk is aan de gestan daardiseerde stichtingskosten onder aftrek van de subsidie en onder aftrek van de op brengst van verkoop van de bestaande ge bouwen. Een voorbeeld kan dit duidelijk maken: Voor een gemengd bedrijf van 18 hectare is de norm voor de stichtingskosten 88.000; de subsidie is 33.300 en de oude gebouwen brengen 20.700 op. De ruil verkavelingsfinanciering is dan maximaal 34.000. Is de bouwsom hoger dan 88.000, dan moet de boer het meerdere zelf op tafel leggen. Is de bouwsom lager, dan is ook de ruilverkavelingsfinanciering lager. De subsidie blijft echter in alle gevallen °P 3 3-3°° gehandhaafd, mits de bouw aan de door het rijk gestelde eisen voldoet. Ook voor vergroting van de bedrijfsopper- vlakte kan men tinanciering verkrijgen via de ruilverkaveling, indien de Stichting He- heer Landbouwgronden (S.B.L.) als tus senpersoon is ingeschakeld. De S.B.L. koopt gronden aan van ondernemers, die hun be drijf willen beëindigen of die een bedrijf in een van de IJsselmeerpolders kunnen gaan pachten. Als de bedrijfsvergroting een ver bouwing van de bestaande boerderij nood zakelijk maakt, kunnen de kosten biervan eveneens voor financiering via de ruilver kaveling in aanmerking komen. Bij verplaatsing of structurele wijziging van een tuinbouwbedrijf wordt geen sub sidie gegeven. Wel kan de tuinder finan ciering verkrijgen voor de stichtingskosten van woning, schuur en kas. Deze financie ring beloopt in principe ioo°/o van de bouw kosten, verminderd met de opbrengst van de bestaande, te verkopen gebouwen, als mede van eventueel aan de ruilverkave ling (S.B.L.) te verkopen grond. De Rijks- tuinbouwvoorlichting adviseert in deze ge vallen aan de Plaatselijke Commissie hoe hoog de stichtingskosten voor een verant woorde opzet mogen zijn. Subsidies en financieringen worden niet in contanten ter beschikking gesteld. De Cul tuurtechnische Dienst betaalt de nota's van de aannemer, de leveranciers van materiaal en de architect tot ten hoogste het vastge stelde bedrag. De financiering wordt ver strekt op dezelfde condities als de finan ciering voor de algemene kosten van de ruilverkaveling. De hierboven genoemde investeringen ge schieden geheel vrijwillig. Door de gunstige financieringsmogelijkheden kan het echter als een voorrecht worden gezien als men hiervoor in aanmerking komt. Men moet dan ook aan bepaalde voorwaarden voldoen en ieder geval wordt apart behandeld. 1686

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1963 | | pagina 8