bijeen geweest en hebben nog vele bijeen
komsten voor de boeg. Tal van belangrijke
en moeilijke onderwerpen staan op de agen
da, zoals de vaststelling van verordeningen
voor zuivel, rundvlees en melk; de beslis
sing over het Garantie- en Oriëntatie fonds
voor de Landbouw; besluiten omtrent de
prijstoenadering voor de granen, enzo
voort.
Het staat nu reeds vast dat de onderhande
lingen en beslissingen allesbehalve vlot en
gemakkelijk zullen verlopen. Wellicht zul
len de moeilijkheden even groot zijn als
twee jaren terug, toen de E.E.G.-raad pas
na marathon-zittingen tot een akkoord kon
komen. liet zou onjuist zijn te zeggen, dat
het vooral Duitsland zal zijn dat de grootste
moeilijkheden zal veroorzaken. Maar dat
van Duitse zijde, en niet alleen met betrek
king tot de graanprijzen, grote moeilijkhe
den opgeworpen zullen worden, is nu reeds
duidelijk.
Dit land heeft onlangs onder andere ge-
eist dat eerst de huidige regelingen voor de
dierlijke veredelingsprodukten, met name
die voor eieren en slachtpluimvee, zullen
worden herzien. Naar de Duitse opvatting
hebben deze ertoe geleid dat de invoer uit
derde landen te zeer is teruggelopen. Zij
willen daarom wijzigingen in de bestaande
verordeningen, waardoor de invoer van
eieren en slachtgevogelte uit derde landen
gemakkelijker zou worden en tegelijker
tijd de invoer in Duitsland vanuit de an
dere E.E.G.-landen moeilijker. Zij dringen
daarom opnieuw krachtig aan op de instel
ling van zogenaamde intra-communautaire
sluisprijzen voor de produkten van de
pluimveesector.
In wezen komen deze verlangens neer op
het vergemakkelijken en verruimen van de
invoer uit de niet-E.E.G.-landen ten koste
van de invoer uit de partnerlanden. De
Duitse regering voelt bitter weinig voor
de preferentie binnen de E.E.G.althans
in de agrarische sector, en wel om motieven
van politieke en handelspolitieke aard. De
Duitse Boerenbond staat in dit opzicht erg
kritisch ten opzichte van de regering. Zij
vreest dat de preferentie tussen de E.E.G.-
landen niet zal worden ingeperkt (de an
dere E.E.G.-landen zouden dat niet aan
vaarden) en dan zou een ruimere invoer
van eieren, slachtpluimvee, enzovoort uit
derde landen in alle geval ook ten koste
van de Duitse boeren komen.
Wij hopen en verwachten dat deze Duitse
desiderata, met name de Duitse eis van
sluisprijzen in het onderling handelsver
keer, van Nederlandse zijde zonder meer
van de hand gewezen zullen worden.
Op het verloop van de besprekingen in
Brussel zullen we in de volgende Maande
lijkse Mededelingen nog wel eens terug
komen.
1709