Geld- en Kapitaalmarkt Voor wat betreft de geldmarkt zijn de twee afgelopen kasreserve-perioden zeer soepel verlopen. Op enkele kleine knclpunt- jes na bleef de geldmarkt steeds geken merkt door grote ruimte. Om te starten bij de periode, lopende van 22 augustus tot 22 september: de Neder- landsche Bank handhaafde voor die perio de de kasreserveverplichting op 3%. Dit betekende een gemiddeld aan te houden saldo van circa 230 miljoen per dag. Bij de aanvang van deze periode zullen de ban ken ongeveer 200 miljoen boven het ver eiste gemiddelde hebben gestaan. De augus- tus-ultimo vertoonde derhalve ook geen enkele moeilijkheid. De bankbiljettencir- culatie nam in totaal toe met ƒ218 miljoen, hetgeen echter zonder moeilijkheden gefi nancierd kon worden. Al zag het er in die dagen zeer gunstig uit; voor de volgende periode voorzag men somherder momenten. Niet ver in het ver schiet zag men namelijk opdoemen de wel bekende krapte-perikelen, gepaard met de betalingen van de vennootschapsbelasting, die een hoogtepunt plegen te bereiken tus sen 30 september en 10 oktober. Reeds op 9 september echter vertoonde de weekstaat van de Nederlandsche Bank een stijging van de rekening van de schatkist met ruim 230 miljoen. Toen al waren de belastingbetalingen in volle gang. De markt werd krapper. Op 12 september zag de Commissie er aanleiding toe de officiële callrente met V20/0 te verhogen en te bren gen op 1V20/0. Tot het begin van de volgende periode, aanvangend 22 september, bleef de markt aan de krappe kant. Dit ondanks de daling van de bankbiljettencirculatie en de stij ging van de deviezenvoorraad. In 's rijks schatkist vloeide echter steeds meer geld binnen vanwege de belastingbetalingen. Dit ging dus ten koste van de ruimte op de geldmarkt. Kasreserve op nul Bij de aanvang van de nieuwe periode op 22 september veranderde het klimaat ech ter meteen. De Nederlandsche Bank had er namelijk aanleiding toe gezien - teneinde wat aan de krapte tegemoet te komen - om de kasreserveverplichting voor de periode van 22 september tot 22 oktober tot nihil terug te brengen. Dit gaf voor de banken een verlichting van ongeveer 230 miljoen. Een welkome geste dus met het oog op de belastingbetalingen, die op dat moment nog slechts voor een gering gedeelte waren ver richt. Voorts was het saldo door de banken op dat moment bij de Nederlandsche Bank aangehouden slechts 210 miljoen. 1702

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1963 | | pagina 24