Twee weten meer dan een
De kassier van de boerenleenbank te Sant
poort schrijft ons:
„Het is ons (kassier en assistenten van de
boerenleenbank te Santpoort) opgevallen,
dat, althans in onze omgeving, de kassiers
over hun moeilijkheden of in de praktijk
gevonden en gebleken vereenvoudigingen
van de bedrijfsvoering weinig ruggespraak
met elkander houden.
Zonder het werk van de bepaaldelijk on
vermoeibare Districts-Inspectie te Haar
lem of de elders in het land werkzame kas
siersorganisatie, welke hier weinig aanhang
heeft, te niet te willen doen, komt het ons
toch waarschijnlijk voor, dat meer onder
linge verstandhouding hier veel goed zou
kunnen doen. Bij de door de Centrale Bank
gehouden cursussen is gebleken, dat iedere
kassier altijd wel weer op deze avonden
collega's aanspreekt om een of ander te
weten te komen.
mede gewacht worden, totdat wij elkaar op
een cursus-avond ontmoeten? Heeft niet
een ieder telefoon en zijn de bus- en trein
verbindingen niet zodanig, dat U bij de des
betreffende collega, na een afspraak gear
rangeerd te hebben, eens deze problemen
kunt bespreken, om gezamenlijk hierin
een oplossing te vinden?" Het aloude ge
zegde luidt toch nog altijd: Twee weten
meer dan één.
Vooral nu diverse nieuwe administratieve
richtlijnen, wij denken aan het meezen
den van bank- en postgiroslips en aan
de bijkantoor-administratie, moeilijkheden
schijnt op te leveren, kan dergelijk overleg
nuttig zijn. Voor het bespreken hiervan
kunt U natuurlijk ook wachten totdat een
der heren van de Inspectie eens langs komt,
maar dit kan, door hun drukke werkzaam
heden, zoals zij keer op keer verzekeren,
wel eens lang op zich laten wachten.
DE oplossing lijkt ons echter dit zelf uit
te zoeken en het, indien wenselijk, daarna
gezamenlijk voor te leggen aan de Centrale
Bank door tussenkomst van de Districts
inspecteur.
Geachte collega's, Uw meningen of sug
gesties, ook op deze plaats, zien wij gaarne
tegemoet."
Heren kassiers! Onze vraag is: „Moet hier-
'^93