De kippenoorlog In de kringen van de pluimveehouderij kan men al geruime tijd een groeiende onte vredenheid beluisteren over de toepassing van de EEG-verordeningen. Met name de hantering van de sluisprijs door Duitsland heeft nogal wat tongen en pennen in be weging gebracht. Dat deze reactie op zich zelf volkomen gegrond is, blijkt uit het feit, dat onze oosterburen bereid zijn om toe te geven, dat hun sluisprijspolitiek uit ei gen commerciële overwegingen wel ver antwoord is geweest, maar niet geheel con form de EEG-bedoelingen is verlopen. Het effect van zo'n handelwijze op de Ne derlandseexportpositie is groot. Wij produ ceren zo veel pluimveehouderijprodukten, dat 70% van de produktie moet worden ge ëxporteerd. Daarvan gaat het merendeel naar West-Duitsland. liet verloop van de totale exportwaarde aan pluimveehouderij produkten wijst nu duidelijk op een ken tering, gedurende de laatste paar jaar. De exportwaarde steeg van 1952 tot 1960 vrij wel onafgebroken en bereikte in deze pc- 1690 riode zelfs een verdubbeling. In 1961 trad een daling in. Deze zette in 1962 door en wel met ongeveer 46 miljoen, hetgeen on getwijfeld mede door de EEG-regelingen is veroorzaakt. Daarnaast groeit de pluim veehouderijsector in importerende EEG- Ianden in omvang. Boer, pas op je kippen De bezwaren van de pluimveehouders tegen de EEG-regelingen zijn in 1963 bepaald niet verminderd. Dit houdt verband met wat wel de „kippenoorlog" wordt genoemd. De voorgeschiedenis van deze kippenoor log is enkele maanden geleden begonnen. I let is bekend, dat Amerikaanse producen ten van slachtgevogelte in staat zijn om dit produkt in bevroren toestand tegen vrij lage prijzen op de Europese markt te brengen. Hiertegen rezen protesten en de niet zo erg goedkoop producerende Westduitse pluim veehouders gingen daarbij voorop. In feite eisten zij een grotere bescherming door ver hoging van de invoertarieven uit derde landen voor te stellen. Daarbij speelt de zogenaamde sluisprijs een centrale rol. Deze prijs dient in feite ter voorkoming van invoer uit derde landen tegen abnormaal lage prijzen. Men gaat dan zoveel invoerrechten op die lage prijzen leggen, dat de uiteindelijk omhooggesluisde prijs beter of geheel afgestemd is op het prijspeil binnen het EEG-gebied. Wordt de sluisprijs op een juiste manier gehanteerd, dan zal er een beschermende werking van uitgaan op de EEG-landen die zelf naar an dere lid-staten exporteren. Voor die landen is de hoogte van de sluisprijs van grote

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1963 | | pagina 12