bouw. Men denkt als het ware twee vliegen in één klap te kunnen vangen: veel grotere en dus veel rendabeler bedrijven en boven dien door de grotere omvang en de betere winstkansen aantrekkelijke beleggingsob jecten. Inderdaad leert de ervaring dat, zoals de zaken hier te lande nog liggen, bedrijfsver- groting bijna overal verbetering van rende ment zal geven. Toch beluistert men in de praktijk ook, dat men daarbij vrij spoedig een optimum bereikt: mechanisering, goed, daarmede kan men vrij ver komen, maar bij automatisering komen al heel wat vraag tekens, zelfs als men zoveel ruimte heeft als in Amerika. Voor wetenschappelijk ge fundeerde bedrijfsvoering en het daarvoor nodige speurwerk is het landbouwbedrijf niet op zichzelf aangewezen, doch hebben particulier initiatief en overheid de hele boeren- en tuindersstand van de nodige ge gevens voorzien, voorzover deze maar wil samenwerken en zich wil laten voorlichten. Dat zal ook in de toekomst kunnen blijven gebeuren. Zien we niet ook in de industrie, dat juist de noodzaak om het kostbare onderzoek zo goed mogelijk te doen geschieden tot sa menwerking voert tussen bedrijven, waar van men dat vroeger zeker niet zou heb ben verwacht. Zo moet er in de landbouw vergaande samenwerking blijven, zonder dat zij tot samenvoeging behoeft te voeren. Door samenwerking zal rentabiliteitsverbe- tering te bereiken zijn, die voor het ver krijgen van de financieringsmiddelen nood zakelijk is. Het beleggerskapitaal echter zal zich in een bedrijf niet willen interesseren uitsluitend 1654 op grond van de aanwezige rentabiliteit, in dien de winstkansen van het bedrijf voor een groot deel afhankelijk zijn van de ca paciteiten van een bepaalde persoon. Welis waar is aan vrijwel alle grote en zelfs reuze- bedrijven de naam van een persoonlijke leider verbonden, maar deze zal het publiek toch slechts bij zijn bedrijf kunnen inte resseren, als hij een organisatie heelt kun nen opbouwen en een staf van uitstekende medewerkers heeft kunnen vormen. Dan heeft het bedrijf ook in de toekomst kansen. Maar hiervoor moet het een zeer aanzien lijke omvang hebben bereikt. De commanditaire vennootschap Zolang een bedrijf niet meer dan middel groot is en de persoonlijke eigenschappen van de ondernemer doorslaggevend zijn voor de financiële resultaten, kan men zich slechts een zeer persoonlijke financierings deelneming voorstellen, bijvoorbeeld in de vorm van een commanditaire vennootschap. In de commanditaire vennootschap zijn, naast een of meer beherende vennoten, een of meer commanditaire of stille vennoten aanwezig, die slechts met een bepaald kapi taal deelnemen en ook nooit meer kunnen verliezen dan dat kapitaal. Zij mogen zich niet met het beheer van het bedrijf bemoei en. Dat doen de beherende vennoten, die met hun hele vermogen aansprakelijk blij ven. De stille vennoot heeft recht op een deel van de winst. Voor deze financierings- vorm kan wel enige toekomst in de land- bouwfinanciering aanwezig zijn. I Iet blijft wel een bezwaar, dat de comman ditair als regel het gefourneerde kapitaal

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1963 | | pagina 8