La ndbou w-economisch
nieuws
Terwijl de jongste kabinetsformatie nog
gaande was, bleek al dat aan de landbouw
een belangrijke plaats werd toegekend. In
het kabinet dat tot stand gekomen is heeft
een realistisch en bekwaam man de post
van Minister van Landbouw voor de ko
mende vier jaar bezet. Bovendien is de mi-
nister-president een bij uitstek deskundige
op het gebied van de landbouw; hij heeft
de afgelopen jaren de moeilijke functie van
landbouw-minister uitgeoefend. Als gevolg
hiervan groeiden er hoge verwachtingen in
landbouwkringen ten aanzien van het voor
de naaste toekomst te voeren beleid.
De regeringsverklaring, de begroting en de
memorie van toelichting hebben nu het wa
penarsenaal van minister Biesheuvel ge
toond en wij kennen dus globaal zijn inzich
ten in de mogelijkheden en de beperkingen.
Zijn inzichten getuigen zowel van bezie
ling als van nuchterheid, waardoor de, ge
makkelijk leesbare, Memorie van Toelich
ting wel vertrouwen inboezemt. De minis
ter toont zich bewust te zijn van de slechte
financiële resultaten in bepaalde sectoren
en van de vele problemen, die de agrarische
sector dwingen afhankelijk te zijn van de
overheidssteun. Zijn nuchterheid gebiedt
dit volmondig te erkennen. Zijn tunctie
dwingt hem het maximaal mogelijke te
doen om de agrarische inkomens op korte
termijn te verhogen. Bovendien moeten zijn
maatregelen ook gericht zijn op verbetering
van de landbouweconomische situatie op
langere termijn. Dit laatste plegen we dan
„structuurmaatregelen" te noemen.
Meer uil gaven voor de landbouw
Op beide terreinen heeft de nieuwe minis
ter bepaalde activiteiten ontplooid. Uit de
cijfers omtrent het gemiddelde arbeidsin
komen per ondernemer, die het Landbouw -
Economisch Instituut heeft berekend, is ge
bleken dat het voornamelijk de wcidebe-
drijven en de gemengde bedrijven zijn, die
met zeer geringe inkomens te kampen heb
ben. Nu heeft de minister juist ten behoeve
van deze bedrijven een krachtige maatregel
genomen. De overheidssteun aan de zuivel
sector, die via het Landbouw-Egalisatie
Fonds loopt, is met 115 miljoen uitge
breid ten opzichte van de vorige begroting.
Dit is verheugend. De melkprijs zal daar
door zeer waarschijnlijk het door het Land
bouwschap gewenste niveau van 28 cent
halen. Voor het komende melkjaar ziet de
toestand er dus niet ongunstig uit en er zal
dan ook ongetwijfeld meer financiële ruim
te komen voor verbetering van de bedrijfs
structuur. De in het verleden herhaaldelijk
door agrarische vertegenwoordigers van
het parlement naar voren gebrachte behoef-