Wijziging Geldschieterswet geadviseerd Ondanks alle wettelijke regelingen zijn er nog steeds geldschieters, die zich aan de wet onttrekken. Zij kleden hun aanbiedingen voor geldleningen zodanig in, dat zij niet onder de bepalingen van de Geldschieters- wet vallen. De aanbiedingen worden altijd zeer aantrekkelijk voorgesteld, maar als puntje bij paaltje komt blijkt er een zeer lange wachttijd te zijn en vallen de kosten niet mee. Wij hebben daarover al het een en ander opgemerkt in de Maandelijkse Mededelingen van juni 1963 (blz. 1102- 1104). Degene, die bij deze instelling aanklopt, kan de lening niet op het door hem gewenste tijdstip opnemen, maar wordt om te begin nen ingeschreven onder een volgnummer. Hij moet elke maand 25 inleggen en kan nog wel eens voor een lening in aanmer king komen zodra zijn volgnummer aan de beurt is. Wanneer dat ongeveer zal zijn, wordt er niet bij verteld. De manier waarop het systeem werkt is in wezen hoogst een voudig. De leningen worden namelijk ver- 1670 strekt uit de maandelijkse inleggelden. Het is duidelijk dat aan deze werkwijze grote nadelen verbonden zijn voorde deelnemers. Voor de geldschieters is het een lucratief zaakje, doordat zij geen kapitaal nodig heb ben en hoge kosten in rekening brengen. Er is maar één manier waarop deze geld schieters zich aan de wet kunnen onttrek ken, en dat is, het bedrag van de lening hoger te stellen dan 1500. In de adver tenties die de heren plaatsen ziet men dan ook steevast bedragen verschijnen van rond de f 1600. Nu is er in ons land een Commis sie van Advies en Bijstand, die opgericht is krachtens de Geldschieterswet, en die de regering onlangs een advies heeft aangebo den om de wet te wijzigen. De voorge stelde wijziging heeft speciaal betrekking op de bovenbedoelde spaarkredietinstellin gen. Op deze instellingen zal, indien het advies wordt opgevolgd, de wet ook van toepassing zijn als hun leningen in meer derheid 5000 of minder bedragen. De Commissie verwacht, dat dit bedrag hoog genoeg is om het aan de spaarkredietinstel lingen onmogelijk te maken nog langer aan het wettelijke toezicht te ontsnappen. Men gaat er daarbij van uit, dat alleen mensen met geringe kredietbehoeften zich tot deze instellingen zullen wenden. Wie 5000 of meer nodig heeft zal zich, zo neemt men aan, wel tot een bankinstelling richten. Op die manier kan bereikt worden, dat de „kleine man" beschermd wordt tegen de praktijken van deze geldschieters.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1963 | | pagina 24