123 Zilvervlootspaarders tellen. Voor de
overige districten ligt dit gemiddelde echter
tussen 155 en 175 per boerenleenbank.
Nu willen wij niet beweren, dat onze boe
renleenbanken in Limburg op dit punt niet
voldoende actief zijn, maar toch is het ver
schil erg groot. Misschien ligt het aan de
spaargewoonten. Misschien ook aan de on
bezorgde aard van de bewoners van deze
goede provincie. Maar het gaat ons niet
om bepaalde gebieden maar om alle boe
renleenbanken. Daarom volstaan wij met
op te merken, dat vele boerenleenbanken
meer aandacht besteden aan de Jeugdspaar-
wet dan voorheen, maar dat er altijd nog
een categorie is die meent geen gebruik te
moeten maken van het propagandamate
riaal dat wij ter beschikking hebben. Hen
zouden willen toeroepen: „Doe ook mee!"
Het is van het grootste belang dat al
onze boerenleenbanken vooral aan deze
categorie spaarders nog eens extra aan
dacht gaan besteden. Het is nl. wel de
moeite waard! Op 25 januari 1963 waren
er in Nederland 500.000 Zilvervlootspaar
ders, die totaal 230 miljoen gulden hadden
ingelegd. Van het aantal spaarders namen
de boerenleenbanken i7,2°/o voor hun re
kening, terwijl van het totaalbedrag 18,3° 0
bij de boerenleenbanken was ingelegd. Ook
hierin zit een stijging, als wij in aanmer
king nemen dat deze percentages in 1962
respectievelijk 16,9 en 17,6 beliepen en in
1961 16,6 en 17,5.
Een stijging ook die ons nieuwe hoop geeft
ons marktaandeel in deze spaargelden nog
eens op 2o<)/o te zien komen.
In het bijkantoor
van de Boerenleenbank
Schoort te Bergen X.H.
worden de cliënten
rustig geholpen