dan f 14.000
Woningen van minder
De nieuw benoemde minister van Volks
huisvesting en Bouwnijverheid, drs. P.
Bogaers, heeft al op verschillende manieren
van zich doen spreken. Ilij beschouwt het
als zijn eerste taak, de woningnood in ons
land zo spoedig mogelijk uit de wereld te
helpen en pakt de zaken met voortvarend
heid aan. De kern van zijn plannen heeft hij
al bekend gemaakt in de toelichting op zijn
begroting voor 1964 en in enkele redevoe
ringen. Ken volledig beeld van de plannen
is ontvouwd in de onlangs verschenen
bouwnota.
Inmiddels heeft minister Bogaers al een
maatregel genomen op het terrein van de
woningbouw, die enig stof heeft doen op
waaien. In Noord-Brabant waren enige
aannemers, na lang rekenen en zoeken, zo
ver gekomen dat zij complete woningen
konden bouwen tegen een prijs die de
10.000 niet te boven ging. Met deze prijs
dachten zij de veel tijd kostende vergun
ningenprocedure te kunnen omzeilen. De
bedoelde aannemers stuitten op weerstand
bij het ministerie, omdat de regelingen niet
voor dit soort manoeuvres bedoeld waren
geweest. Zij huldigden het standpunt, dat
voor deze woningen de normale gang van
zaken gevolgd moest worden, omdat het
nu eenmaal complete woningen waren, ook
al bleef de aannemingssom beneden de
10.000.
Minister Bogaers achtte toen het ogenblik
gekomen om in te grijpen. Hij heeft nu een
regeling getroffen, waarbij alle schijn van
omzeiling van bestaande bepalingen verme
den wordt en toch recht wordt gedaan aan
het initiatief van de aannemers. De regeling
komt in het kort op het volgende neer.
De provinciale directeuren van de Volks
huisvesting krijgen de bevoegdheid om in
hun provincie goedkeuring voor de bouw
van deze woningen te verlenen, onmiddel
lijk na de aanvraag en zonder dat dit ten
laste gaat van het bouwvolume dat de des
betreffende provincie ter beschikking heeft
gekregen. Deze goedkeuring wordt echter
slechts in bepaalde gevallen gegeven. Ten
eerste mag de prijs van de woningen niet
hoger zijn dan 14.000. Het bedrag van
10.000, dat sommige aannemers wisten te
bereiken, was onvoldoende gebleken 0111 er
een woning voor te kunnen bouwen, die
aan de eisen des tijds voldoet, ook als die
eisen minimaal gehouden worden. Ook bij
een aannemingssom van 14.000 moet de
woning echter in alle opzichten voldoen aan
de bouwverordening en het uitvoerings
niveau moet gelijk zijn aan het uitvoerings
niveau van woningwetwoningen. Voorts
moet het huis bedoeld zijn voor bewoning
door de principaal zelf en moet de grond
diens eigendom zijn.
1660