De eerste ronde
Neen, het gaat niet over een bokswedstrijd.
Met de eerste ronde bedoelen we de eerste
van de serie voorlichtingsbijeenkomsten in
het seizoen 1963/64, die juist achter de rug
is. Ruim twee-derden van alle beheerders
en kassiers hebben, verdeeld in 62 groepen,
deze eerste avond bezocht.
Kr stonden dan ook interessante onderwer
pen op het programma en uit de verslagen
blijkt wel, dat er vaak levendige gedach-
tenwisselingen hebben plaats gevonden.
Of de aanvrager van een voorschot of kre
diet lid van de boerenleenbank moet zijn of
niet is een vraag, die voor de beheerders en
de kassiers geen moeilijkheden meer be
hoeft op te leveren. De statutaire en fiscale
bepalingen op dit punt leiden tot de con
clusie, dat het lidmaatschap alleen dan ver
eist is als de boerenleenbank geld uitleent
voor bedrijfsfinanciering.
Over het onderwerp taxaties komt men
niet gauw uitgepraat. liet is niet gemakke
lijk om daarover eenstemmigheid der me
ningen te bereiken. Het accent werd dan
ook voornamelijk gelegd bij de te volgen
1658
werkwijze, dus de inschakeling zo nodig
van een deskundige (makelaar-taxateur) en
de vastlegging van de gegevens in taxatie
rapporten.
Over het wezen van kredietverzekering en
de eigenlijke risico-dekking, die daarmee
verkregen wordt, mag geen enkel misver
stand bestaan en zeker niet bij de voor-
schot- ot kredietnemer. liet moet eenieder
duidelijk zijn, dat kredietverzekering nim
mer dekking kan geven voor bedrijfsverlie
zen ot voor verliezen op een bepaald pro-
duktieproces. Niet de schuldenaar is verze
kerd, doch de boerenleenbank. Zij dekt zich
tegen de mogelijkheid, dat de zekerheid,
die zij voor de desbetreffende voorschotten
of kredieten heeft verkregen niet toerei
kend blijken te zijn om daaruit de vorde
ring van de bank te voldoen. Ongeacht de
afloop van het produktieproces of het be
drijfsresultaat, blijft de schuldenaar ver
plicht zijn gehele schuld ten volle af te
lossen.
Het was nuttig om aandacht te besteden aan
de mogelijkheid, dat de boerenleenbank de
voorschotnemers zoveel mogelijk tegemoet
komt bij het vaststellen van de aflossings
regeling. Dit kan gebeuren doordat men de
voorschotnemer zelf uit een beperkt aantal
de meest geschikte aflossingsdatum laat kie
zen. Hoewel het gebruikelijk is, dat voor
schotten in gelijke jaarlijkse termijnen wor
den afgelost, is het niet uitgesloten, dat in
bepaalde gevallen in overleg met de Cen
trale Bank een afwijkende regeling kan
worden getroffen.
De formele kant van de voorschot- en kre
dietverlening was duidelijk gediend met
een nadere toelichting van het goedkeu-