5~2o ha hun inkomens te verhogen door
produktievergroting en trachten grotere
bedrijven hetzelfde te bereiken door kos
tenverlaging met behulp van verdere me
chanisatie.
De tuinbouw heeft in Duitsland nog wei
nig betekenis, maar de laatste tien jaar is
het aantal bedrijven met een of andere
vorm van tuinbouw toch gemiddeld met
ongeveer i toegenomen.
Het Groene Plan bouwt op de hier weer
gegeven feiten. De bedragen aan rente
subsidies zijn verhoogd, waardoor de fi
nanciering van investeringen wordt ver
gemakkelijkt, de bedragen voor structuur
verbeteringen zijn aanmerkelijk hoger ko
men te liggen en er is meer uitgetrokken
voor de oudedagsvoorziening. Door dit
laatste zal de hoer, die geen zoon als op
volger heeft, zijn bedrijf sneller beëindigen.
Ook voor verbetering van de afzet is een
post op de begroting in het Groene Plan
gebracht. Men wil grote uniforme markt
partijen van goede kwaliteit en de hiervoor
noodzakelijke horizontale en verticale in
tegratie zal dan ook krachtig worden ge
stimuleerd.
Kijk vaar de toekomst
Hoewel de Duitse boerenbond een vrij
grote directe inkomensverhoging verlangt,
is de regering hieraan toch maar in be
scheiden mate tegemoet gekomen, onder
meer in de vorm van een subsidie op kunst
mest en een verhoging van de melksubsi-
die. De verbetering voor de Duitse boeren
vindt hoofdzakelijk plaats door middel van
structuurverbeteringen. Wij vinden dit een
verstandig streven. De tegenwoordige land
bouwpolitiek moet gericht zijn op oplos
singen, die in elk geval op lange termijn
verbetering brengen. Kortstondige hulp
met verwaarlozing van de ontwikkeling
op langere termijn is gevaarlijk. Een van
deze ontwikkelingen is de groei naar een
gemeenschappelijke Europese landbouw
markt. Onze oosterburen doen er goed aan
hun houding tegenover de andere vijf lan
den, meer dan tijdens de onderhandelingen
over de graanprijs, te laten bepalen door
de voordelen op langere termijn. Tijdelijke,
minder gewenste aanpassingen kunnen dan
nodig zijn. Dit ondervinden wij ook in
Nederland. Het is de prijs die wij voor een
betere inkomenspositie in de toekomst moe
ten betalen.
1641