Het nieuwe schooljaar In de afgelopen weken heeft men de jeugd weer naar de scholen zien stappen. Ken nieuw schooljaar is begonnen. De eerste klassertjes, wat stil voor zich uit kijkend in afwachting van het grootse gebeuren; de ouderen met de vanzelfsprekendheid van de veteranen, waaronder een enkeling met een berustende houding van „het moet maar weer". Allen worden zij echter weer toevertrouwd aan onze voortreffelijke pe dagogen, die hen de nodige kennis zullen trachten hij te brengen. I lebben onze boerenleenbanken daar eniger lei bemoeienis mee, zal men zich afvragen. Wat het bijbrengen van kennis betreft: dit laten wij inderdaad liever over aan de daar voor bevoegde onderwijskrachten. Maar het is algemeen bekend en ook verheugend, dat op onze scholen niet alleen kennis wordt bijgebracht van datgene wat nu eenmaal noodzakelijk is. Bepaalde liefhebberijen worden verder gestimuleerd. Aloude vader landse deugden worden tot leven gebracht. Ken van deze deugden is het sparen. Kn hier geldt terecht „Jong geleerd is oud ge daan". Wij mogen rustig stellen dat aan het schoolsparen op de Nederlandse lage- re scholen heel wat uurtjes worden besteed. Onze boerenleenbanken zijn bij de po gingen om ingeschakeld te worden hij het schoolsparen niet afzijdig gebleven. Hoewel wij er wel aan willen toevoegen dat het „niet afzijdig blijven" hier en daar nog al wat moeite kostte. Geruime tijd hebben verschillende onzer banken het nut van het schoolsparen niet willen inzien. Het gold daar als een kostelijke grap als tij dens een inspectie dit onderwerp werd aangeroerd. De vrolijkheid steeg ten top als de inspecteur het belang van het school sparen uiteen begon te zetten, alsof men de spaargelden moest opvoeren met dubbeltjes en kwartjes. Bij het merendeel der boerenleenbanken denkt men hierover nu anders. Men heeft ingezien dat niet de dubbeltjes en kwart jes voor de boerenleenbank het belangrijk ste zijn, maar wel het feit dat er bij de boerenleenbank gespaard wordt. Iedere spaarinstelling is zich er van bewust, dat de saldi van de trouwe spaarders eens zul len worden opgenomen om welke reden dan ook. De opvolging van spaarders is dan ook een levensbelang voor een spaar instelling. Zij weet, dat het wegtrekken van spaarders hij concurrenten zeer moei lijk, zo niet onmogelijk is en in ieder geval met hoge kosten in de vorm van spaarpre- mies gepaard gaat. Ken spaarder die in zijn kinderjaren een spaarboekje kreeg van een bepaalde spaarbank zal op latere leeftijd niet zonder dringende reden naar een an dere instelling gaan. 1624

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1963 | | pagina 14