per jaar moeten gaan belopen. Dit is on
geveer het dubbele van de bestedingen in
de voorgaande jaren. Hieruit blijkt, dat er
gegronde reden is voor ongerustheid over
het tempo van de modernisering der be
drijfsgebouwen.
Conclusies en aanbevelingen
van de werkgroep
- Een belangrijke oorzaak van het trage
verloop van de modernisering en aanpas
sing van de bedrijfsgebouwen in de afgelo
pen jaren ligt in het minder gunstige ni
veau der bedrijfsresultaten in de landbouw.
Onder deze omstandigheden hebben de
landbouwondernemers over het algemeen
uit hun inkomen te weinig kunnen bespa
ren om de noodzakelijke opvoering van
de investeringen per arbeidskracht voor
een verantwoord gedeelte met eigen mid
delen te financieren.
In verband hiermee moet bij de kost
prijsberekeningen, zoals die ten grondslag
liggen aan het prijsbeleid, de beloning voor
de bedrijfsgebouwen worden verhoogd tot
een verantwoord niveau. liet prijsbeleid
zal dan op een meer reële basis kunnen
worden geplaatst.
- Ook voor de verpachters moeten inves
teringen in de gebouwen economisch mo
gelijk en verantwoord worden. De sprei
ding van de pachtprijzen in samenhang
met de doelmatigheid van de gebouwen
wordt door de werkgroep te gering ge
acht. Voor bijzondere voorzieningen zou
een tijdelijke pachtverhoging moeten wor
den toegestaan op basis van een redelijke
vergoeding voor afschrijving en rente van
1580
het door de verpachter geïnvesteerde ka
pitaal.
- Omvangrijke investeringen zullen door
pachters slechts doelmatig kunnen worden
verricht op basis van een recht van erf
pacht. Bevordering van erfpacht verdient
dan ook ernstige overweging. De omzet
ting van pacht in erfpacht is bijvoorbeeld
te regelen in overleg tussen de eigenaar,
de pachter en de centrale landbouwkre-
dietbanken. Door middel van speciale be
palingen kunnen alle partijen daarbij re«
delijk aan trek komen.
- Het bouwvolume van de agrarische sec
tor dient op korte termijn aanzienlijk te
worden verruimd. De bouwvoorschriften
van de gemeenten en de hogere overheid
zullen regelmatig moeten worden herzien
en gemoderniseerd. De gemeentebesturen
(en de agrarische vertegenwoordigers in
de gemeenteraad) dienen hun verantwoor
delijkheid te beseffen terzake van de dik
wijls overdreven en kostbare eisen die bij
nieuwbouw aan het uiterlijk van de agra
rische gebouwen worden gesteld. Zij moe
ten voortdurend bedenken, dat de wel
standscommissies slechts adviserende be
voegdheid hebben.
- De overheid zal voldoende financiële
middelen ter beschikking moeten stellen
om de verplaatsing van boerderijen uit de
bebouwde kom in snel tempo te verwezen
lijken.
- De fiscale voorschriften ten aanzien van
de afschrijving op de gebouwen moeten
zeer ingrijpend worden verbeterd. De af
schrijving op het „omhulsel" moet kun
nen geschieden zoals dit bij bedrijfspanden
van handel en industrie is toegestaan. Ver-