Modernisering van de landbouwbedrijfsgebouwen Aan de inrichting en de grootte van ge bouwen worden thans heel andere eisen gesteld dan vroeger het geval was. De ge bouwen zijn onderhevig aan snelle ver oudering in economisch en sociaal op zicht. Voor een deel wordt dit veroorzaakt door de mechanisatie en de automatise ring der werkzaamheden. Ook stelt de mens tegenwoordig andere eisen aan de gebouwen, waarin hij moet werken. Om dit vraagstuk in studie te nemen, heeft het Landbouwschap anderhalf jaar geleden een aantal deskundigen aan het werk gezet. Het rapport van deze werkgroep is ge reedgekomen op een zodanig tijdstip, dat het bij de regerings-formatie op tafel kon worden gelegd. De noodzakelijke veranderingen Na de tweede wereldoorlog heeft de be drijfsvoering een snelle ontwikkeling door gemaakt, waarvan de mechanisatie het meest op de voorgrond tredende verschijn sel is geweest. Ook de eisen, die aan het produktiemiddel „gebouw" moeten worden gesteld, zijn voortdurend aan wijzigingen onderhevig. Naar hun aard hebben duur zame produktiemiddelen als gebouwen, ze ker in de vorm waarin zij in het verleden werden gebouwd, echter een beperkt aan passingsvermogen. Voor de toekomst moet men denken aan bedrijfsruimten met een relatief groot vloeroppervlak en een vrije overspanning. De inrichting binnen dit omhulsel moet zodanig zijn, dat met relatief weinig kos ten eventueel zelfs ingrijpende aanpas singen tot stand kunnen komen. Deze in richting moet bedrijfseconomisch en fis caal niet meer tot het gebouw worden ge rekend, maar bij wijze van werktuigen inventaris als een afzonderlijk bedrijfsmid del op de balans komen. De werkgroep heeft geconcludeerd dat grote investeringen zullen moeten worden gedaan in de agrarische bedrijfsgebouwen. Zij heeft een poging gedaan de omvang van de noodzakelijke investeringen in be drijfsgebouwen te begroten. Hierbij heeft men zich terdege de talloze onzekerheden in de te maken veronderstellingen gerea liseerd. Bij de beoordeling van de gevolg de methode gaat het dan ook niet om de vraag of bijvoorbeeld de uitbreiding van de pluimveestapel en het aantal toekom stige pluimveebedrijven geloofwaardig lijkt. Het gaat erom, dat de oorzaken van de huidige ontwikkeling tot uitdrukking komen. Op deze basis nu is geraamd dat de in vesteringen in agrarische bedrijfsgebou wen (exclusief tuinbouw) 150 miljoen 1579

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1963 | | pagina 5