Meer geld voor de landbouw Aan het totale bedrag aan middelen waar over de regering kan beschikken ten be hoeve van de Nederlandse landbouw zal 50 miljoen worden toegevoegd, als het desbetreffende wetsontwerp, dat onlangs ingediend is, goedgekeurd wordt. Met dit bedrag zal de binnen afzienbare tijd op te richten Stichting Ontwikkelings- en Sane ringsfonds haar taak gaan vervullen. Vooruitlopend op de oprichting heeft de regering in de afgelopen winter al rente loze voorschotten verstrekt aan landbou wers op de zandgronden, die daarvoor in aanmerking kwamen op grond van de zeer slechte bedrijfsresultaten. Deze voorschot ten zal de regering met het fonds verre kenen, zodra dit opgericht zal zijn. Volgens de statuten heeft de Stichting ten doel de ontwikkeling en de sanering van de landbouw te bevorderen. Zij tracht haar doel te bereiken onder meer door te be vorderen, dat: - maatregelen worden genomen die ertoe kunnen bijdragen, dat de exploitant van een daarvoor in aanmerking komend landbouwbedrijf tijdig een juiste be slissing neemt tot verbetering van de structuur van zijn bedrijf dan wel tot beëindiging van de exploitatie; - voorzieningen worden getroÜen ten dienste van de exploitant van een land bouwbedrijf, die de structuur van zijn bedrijf wil verbeteren dan wel zijn be drijf wil beëindigen; - de onroerende goederen, welke beho ren tot een landbouwbedrijf, waarvan de exploitatie beëindigd wordt, worden toegevoegd aan een of meer andere land bouwbedrijven, die uitbreiding behoeven dan wel voor andere doeleinden worden bestemd. Er is, 7.0 zegt de Minister, intensief over leg geweest met het georganiseerde be drijfsleven voordat tot oprichting van dit fonds kon worden overgegaan en er is vol ledige overeenstemming bereikt omtrent taak en opzet van het fonds. Het bestuur van de Stichting zal gevormd worden door vertegenwoordigers van de drie Centrale Landbouworganisaties en de drie Landarbeidersorganisaties. Bovendien krijgt een vertegenwoordiger van het Landbouwschap zitting in het bestuur. De overheid is erin vertegenwoordigd door de hoofden van de afdelingen die nauw hij werk van het fonds zijn betrokken. Ir. Wellen, de Directeur-Generaal van de Landbouw, is voorzitter van dit bestuur. Wel dient men hierbij in aanmerking te nemen dat de Minister in laatste instantie bij het nemen van besluiten een vetorecht heelt. Dit is noodzakelijk, omdat alleen de i584

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1963 | | pagina 10