de tarieven van toepassingen zijn. Het doel van deze restitutie is om het tariefniveau van deze verzekeringen gelijk te maken aan het tariefniveau dat geldt voor de verzekeringen, die sedert 1958 zijn geslo ten. In deze vorm zal deze restitutie thans voor de laatste maal worden verleend, omdat met ingang van 1 januari 1963 deze reductie in een definitieve tariefsverlaging is verwerkt. Deze blijvende tariefsvermin dering geldt ook voor de verzekeringen gesloten volgens de pensioenregelingen voor de zuivel-industrie en voorzoveel het deze verzekeringen betreft ook voor de verzekeringen en verhogingen, die zijn tot stand gekomen in 1958 en later, omdat hier voor nog altijd het oude tarief is gebruikt. Hiermede wil niet gezegd zijn, dat in de toekomst geen winstuitkeringen bij wijze van premie-reductie voor de terzake van de collectieve verzekeringen verschuldig de premiën meer mogelijk zouden zijn. Ook in de toekomst hopen wij in deze vorm het instrument van de winstdeling te kunnen toepassen, zij het dan volgens een andere verdelingsregeling dan tot nu toe gebrui kelijk was. 1ervangend weduwe pensioen premievrij Ook op andere wijze werd met ingang van 1 januari 1963 een wijziging ingevoerd met betrekking tot de tariefpolitiek: het in vele pensioenverzekeringen sinds 1 januari 1960 voorkomende zogenaamd vervangend we duwepensioen, dat tot uitkering komt als de betrokkene geen uitkering krijgt vol gens de A.W.W., is tot nader order geheel premievrij gemaakt. Door de in 1962 tot 1550 stand gekomen wijziging van de Algemene Weduwen- en Wezenwet zijn de uitke ringskansen van het vervangend weduwe pensioen zodanig verminderd, dat beslo ten kan worden mede ter vereenvoudi ging van de administratie om hiervoor voortaan geen premie meer te heffen. Hier bij moet echter worden opgemerkt, dat de mogelijkheid bestaat, dat te zijner tijd op dit besluit zou moeten worden terugge komen, bijvoorbeeld indien het peil van de wettelijke uitkeringen, waarop de uitke ringen van het vervangend weduwepen sioen gebaseerd zijn, zo sterk verhoogd zouden worden, dat de hiervoor genoem de risico-premie niet meer verwaarloosd zou kunnen worden. Optrekking oude pensioenen Met de premie-reductie van io°/o op de verschuldigde jaarpremies is, in de afde ling van de collectieve portefeuille, voor zover deze berekend is op de tot 1958 gel dende tarieven, de winstdeling in deze af deling nog niet ten einde. Voorgesteld wordt namelijk om voorts een bedrag van 227.000 te reserveren, ten einde daarmede volledig te kunnen garan deren de optrekking van de oude pensioe nen tot het peil van het indexcijfer voor de kosten van levensonderhoud, zoals dit gold in 1959. Met de bedragen, die daar voor tot en met het voorlaatste boekjaar waren gereserveerd, waren deze extra uit keringen aan pensioentrekkers voor een gedeelte nog slechts gegarandeerd tot 1 ju li 1965. Door toevoeging van een bedrag van 227.000 aan de desbetreffende re-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1963 | | pagina 8