tegoeden bij handelsbanken sterkere schom melingen dan bij de traditionele spaarin- stellingen. De boven gesignaleerde daling van het gemiddelde spaartegoed bij han delsbanken ziet hij reeds als een mogelijk teken van grotere beweeglijkheid. Het verslag stelt vast dat de spaartegoeden bij handelsbanken om deze redenen nog geen oneigenlijke spaargelden hoeven te bevatten. De schommelingen in spaarte goeden zouden dan immers samenhangen met veranderingen in de voorkeur voor andere beleggingsmogelijkheden, met na me effecten, die echter evengoed in de sfeer van het sparen blijven. Indien de spaartegoeden bij handelsbanken voor een betrekkelijk groot deel uit on eigenlijke spaargelden zouden bestaan, dat wil zeggen voor de rekeninghouders het karakter van rcntegevend kasgeld zouden hebben, dan zou dit moeten blijken uit de omloopsnelheid van de tegoeden. In het vorig jaarverslag van de Nederlandsche Bank waren cijfers opgenomen, waaruit bleek dat de omloopsnelheid van de spaar tegoeden bij de handelsbanken inderdaad hoger is dan bij de traditionele spaarin- stellingen. In het nieuwe verslag wordt medegedeeld dat het verschil in 1962 iets kleiner was, maar toch altijd nog van be tekenis bleef. De Nederlandsche Bank hecht echter veel betekenis aan de geconstateerde vertra ging in het groeitempo van de spaartegoe den bij handelsbanken. Blijkens het verslag meent zij, dat er een nadere beslissing ge nomen moet worden ten aanzien van de behandeling van deze tegoeden in het ka der van haar toezicht op het bankwezen. Tot heden toe heeft de Bank zich op het standpunt gesteld, dat spaartegoeden bij handelsbanken gelijkgesteld moesten wor den met rekening-couranttegoeden, ter mijndeposito's en andere zogenaamde pri maire en secundaire liquiditeiten. In dit standpunt zal waarschijnlijk verandering komen. In het nieuwe verslag deelt de president mede dat hieromtrent reeds overleg is ge opend en dat dit overleg wordt voortge zet. Hij voegt er een belangrijke opmerking voor de traditionele spaarinstellingen aan toe: „Het is duidelijk dat bij de beleidsbe paling ook de verhoudingen bij de traditi onele spaarinstellingen niet buiten be schouwing kunnen worden gelaten". 1547

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1963 | | pagina 5