regelingen voor vers varkensvlees en on derdelen en conserven. Daarnaast staan op het programma maar over de concrete inhoud hiervan is nog geen overeenstem ming de vaststelling van verordeningen voor zuivel, rundvlees en rijst; de vaststel ling van allerlei financiële regelingen ook voor activiteiten op het terrein van markt en landbouwstructuur, de toenadering van de prijzen van granen, enz. öf en, zo ja, wanneer en op welke wijze de Ministerraad van de E.E.G. beslissingen zal nemen, hangt niet alleen af van de in terne situatie in de verschillende landen van de E.E.G. Dit alles wordt momenteel heel sterk beïnvloed door politieke en han delspolitieke overwegingen en ontwikke lingen in het internationale vlak. In dit verband moeten we speciaal wijzen op de onderhandelingen, die in het G.A.T.T. (de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel) aangevangen zijn. Hieromtrent is in de vorige week al heel veel te doen geweest. De Verenigde Staten willen op basis van hun handelspolitieke wet (de zo genaamde Trade Expansion Act) een groot scheepse poging doen om via onderhan delingen gericht op beperking van invoer- belemmeringen, tot een vrijer en ruimer in ternationaal handelsverkeer te komen. Daarbij moeten, zo is het Amerikaanse standpunt, ook de agrarische produkten worden betrokken. Meer concreet gesteld, de Verenigde Staten willen hereiken dat zij hun agrarische exporten naar andere lan den, maar met name naar de E.E.G.zeker kunnen handhaven en zelfs kunnen uit breiden. De G.A.T.T.-onderhandelingen zijn voor Het bijzonder fraaie gebouwtje van de Boerenleenbank De Lutte ziet er in de zon bijna feestelijk uit de gehele wereld van uitermate grote be tekenis. Ze zijn dit ook voor de landbouw in de E.E.G. De landbouw kan in deze onderhandelingen niet op verantwoorde wijze betrokken worden als men alleen de weg van afbraak van invoerbeperkingen en uitvoersubsidies wil bewandelen. Men zal moeten uitgaan van de behoefte, van de noodzaak in de economisch ontwikkel de landen om door middel van een doel bewust landbouwbeleid de behoorlijk ef ficiënte bedrijven gemiddeld in staat te stellen om een redelijke rentabiliteit te verwerven. Het mag er daarom in deze onderhandelingen niet op uitdraaien, dat 1571

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1963 | | pagina 30