4V2 en 7!/:" 0, bij de middelste groep 30% en in de hoogste vermogensklasse niet minder dan 6o°/o. In samenhang daarmede daalde het aan deel van het vermogen dat in spaartegoe den belegd was. De gezinnen met een ver mogen van rond 5.000 hielden daarvan 18 a it/'/o aan op spaarrekeningen. Ver mogens van tegen de 20.000 bestonden voor 14% uit spaartegoeden en van de bo vengenoemde grote vermogens was slechts 4% in spaartegoeden belegd. De relatieve betekenis van spaartegoeden liep dus be trekkelijk weinig uiteen bij de kleine en middelgrote vermogens. Het percentage vertoonde pas een belangrijke daling bij de grote vermogens. De verschillen in samenstelling tussen het vermogen en het jaarlijkse spaarbedrag zijn ten dele hierop terug te voeren, dat het vermogen het resultaat vormt van ge cumuleerde jaarlijkse besparingen. In de samenstelling van het vermogen weerspie gelt zich dus de spaaractiviteit van vele jaren achtereen. De samenstelling van het spaarbedrag in deze enquête heeft echter betrekking op een enkel jaar. Toevallige factoren spelen daarbij, zoals gezegd, on getwijfeld een vrij grote rol. Uit de andere publikaties is bekend dat het betaald bedrag aan verzekeringspre mies een constante stijging vertoont en dus een stabiel element in de jaarlijkse bespa ringen vormt. Ook de aanwas van de spaar tegoeden vertoont een tamelijk gelijkmatig beeld in de loop van de jaren, hoewel min der dan de betaalde verzekeringspremies. De overige spaarvormen geven daartegen over een nogal grillig verloop te zien als men een aantal jaren achtereen beschouwt. Ook het totale spaarbedrag per huishouden schommelt van jaar tot jaar. Mede om deze redenen moeten de uitkomsten van de en quête voorzichtig geïnterpreteerd worden. Op grond van deze overweging zou men kunnen concluderen dat de samenstelling van het vermogen meer houvast geeft dan de samenstelling van het spaarbedrag dat deze enquête heeft opgeleverd, ware het niet dat de omvang en de samenstelling van het vermogen niet alleen terug te voe ren is op de spaaractiviteit van de desbe treffende gezinnen zelt, maar ook op erfe nissen en schenkingen, dus op de spaaracti viteit van anderen in het verleden. Voor al in de hoge inkomstenklassen is deze fac tor van veel betekenis. Toch geven de uitkomsten van dit onder zoek belangrijke aanwijzingen over het spaarbedrag van werknemers. Wij hopen dat het Centraal Bureau voor de Statistiek in staat zal zijn om spoedig de verdere ver werking van de cijfers te beëindigen en de definitieve uitkomsten te publiceren. Mis schien wordt het dan ook nog eens moge lijk om bij een volgende enquête van de zelfde aard de zelfstandigen te betrekken. Deze categorie is voor onze boerenleen bank van nog meer betekenis, omdat meer dan de helft van de bij onze plaatselijke banken ingelegde spaargelden afkomstig is van zelfstandigen binnen en buiten de land bouw. 1559

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1963 | | pagina 17