Het heden ruim 2.000 beheerders, zich bewust van hun verantwoordelijkheid
jegens de boerenleenbank
stukken van de Centrale Bank, het Onder
ling Waarborgfonds en het Garantiefonds
voor I.and- en Tuinbouw. Hierop vroeg
de heer Jong, kassier van de land- en tuin-
bouwbank te Schagen, het woord. Hij uitte
zijn ongerustheid, omdat hij in het jaarver
slag had geconstateerd, dat de groei van de
reserves bij de gezamenlijke plaatselijke
banken al jaren lang achterblijft bij de groei
van het balanstotaal. Bij de Centrale Bank is
dit niet het geval.
1496
De heer Van Campen, algemeen directeur
van de Centrale Bank, antwoordde hierop
dat het verschil in ontwikkeling hij de
plaatselijke banken en de Centrale op dit
punt voortkomt uit het feit, dat het balans
totaal van de gezamenlijke plaatselijke ban
ken sneller gestegen is dan dat van de Cen
trale Bank. In absolute cijfers is de jaarlijkse
bruto winst van de plaatselijke banken hoger
dan de bruto winst van de Centrale Bank. In
antwoord op een nadere precisering van de