de verhoogde invaliditeitsrenteuitkeringen
altijd premie-verlaging voor het desbetref
fende onderdeel van de pensioenverzeke
ring met zich brengt. En dit betekent in
het systeem van het nieuwe pensioenregle
ment, dat op basis van een maximum pre
mielast van 30% van het salaris zoveel meer
verzekeringscapaciteit beschikbaar is om
het eindloonsysteem zo dicht mogelijk te
benaderen. Dit kan geschieden door aan
passing van de pensioengrondslag aan het
inmiddels gestegen salaris, waarbij de ver
hoging van de pensioengrondslag ook ver
zekerd wordt voor verstreken dienstjaren.
Hieruit blijkt, dat verrekening van pen
sioenaanspraken met wettelijke uitkerin
gen nooit betekent, dat de verzekeraar er
beter van wordt. Het gevolg daarvan is
alleen, dat meer verzekeringscapaciteit be
schikbaar blijft om andere pensioenrech
ten te kopen. Want tenslotte in ieder pen
sioenverzekeringssysteem geldt het begin
sel, dat geen pensioenrechten kunnen wor
den verkregen waarvoor niet is betaald.
Evenwel kent onze verzekeraar, de B.T.L.,
op dit eigenlijk vanzelfsprekend beginsel
nog een belangrijke uitzondering en zulks
uitsluitend ten voordele van de verzeker
den en met name van de pensioentrekkers.
De B.T.L. past namelijk het systeem toe
om uit de winsten van het pensioenverze
keringsbedrijf dit kunnen zijn sterfte-
winsten of rentewinsten niet onbelang
rijke bedragen te bestemmen ter aanpas
sing van de ingegane pensioenen aan de
inmiddels gestegen kosten van levenson
derhoud. Zo zal aan de aanstaande Algeme
ne Vergadering van de B.T.L. worden voor
gesteld om een bedrag van ruim 670.000
ter beschikking te stellen, teneinde daar
mede de reeds ingegane pensioenen op te
trekken tot het niveau van de kosten van
levensonderhoud per ultimo 1961. Reeds
eerder had een dergelijke optrekking plaats
gevonden tot het niveau van de kosten van
levensonderhoud per ultimo 1959.
De aanpassing tot het niveau van de kosten
van levensonderhoud per ultimo 1961 be
tekent een verhoging van alle pensioenen
die zijn ingegaan vóór 1961. En voor deze
verhoging hebben noch de bedrijven noch
de verzekerden een cent premie betaald.
Op deze wijze wordt door de in de B.T.L.
samenwerkende bedrijven bevorderd, dat
de door de B.T.L. verzekerde pensioenen
een waardevast karakter verkrijgen en wel
door de winsten van het pensioenverzeke
ringsbedrijf daarvoor goeddeels te bestem
men.
Op de vraag, die wel eens wordt gesteld,
zoals in de gehouden cursusbijeenkom
sten, of de verrekening met A.O.W.- of
A.W.W.-uitkeringen tot gevolg kan heb
ben dat ingegane pensioenen worden ver
minderd, luidt het categorische antwoord:
neen. Het te verrekenen bedrag staat per
dienstjaar vast en kan later voor verstreken
dienstjaren niet meer worden gewijzigd.
Eenmaal verzekerde pensioenen kunnen
niet worden verminderd, ook niet indien
de af te trekken bedragen worden verhoogd
in verband met een verhoging van de des
betreffende wettelijke uitkeringen. De voor
een kassier eenmaal opgebouwde pensioen
reserve kan ook bij vermindering van het
salarisniveau niet worden aangetast. Dit
zelfde kan niet worden gezegd van de pen
sioenrechten krachtens de nieuwe pen-
1525