het kader van de rijkspensioenregeling. Ook daar komt men nu tot een eindloonrege ling, waarbij in algemene zin gesproken 8o°/o van de A.O.W.- en A.W.W.-uitke ringen wordt verrekend. In de pensioenregelingen van de Boeren en Tuinders Levensverzekering is die ver rekening anders geregeld. Per dienstjaar wordt voor het ouderdomspensioen 1/40 van de ongehuwden-uitkering verrekend. Dit is in het algemeen en met name voor de gehuwden een geringere korting dan in de rijksregeling. Met bezwaar is, dat die norm niet met zo veel woorden in de pensioenregeling is op genomen. Wij hebben hierbij rekening te houden met de veelvuldige wijzigingen in de wetgeving betreffende A.O.W. en A.W.W. Daarom is aanvankelijk voorge steld om de aftrek per medetellend dienst jaar te doen vaststellen door de Centrale Bank. In de pensioenregeling van het per soneel van de Centrale Bank en ook van andere instellingen, die hun pensioenver zekering hebben ondergebracht bij de Boe ren en Tuinders Levensverzekering, is een zelfde bepaling opgenomen, teneinde een soepele aanpassing te kunnen bewerkstel- da gelijks brood

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1963 | | pagina 33