de bedrag en de bovenwettelijke kinderbij
slagregeling. Deze laatste regeling is bij een
groot aantal boerenleenbanken ingevoerd
met ingang van i januari 1963.
c De pensioenregeling voor kassiers
in bet algemeen
Binnen het kader van de sociale voorzie
ningen speelt de pensioenregeling een be
langrijke rol.
Sinds de bevrijding is in toenemende mate
aandacht besteed aan het tot stand brengen
van pensioenregelingen. Dit werd van de
kant van de Centrale Bank gestimuleerd.
Hiertoe werden richtlijnen gegeven voor
de verdeling van de premielast tussen boe
renleenbanken en kassiers. De verzekerin
gen, die tot stand kwamen, werden beli
chaamd in ideaal-polissen en dergelijke. Zij
werden afgesloten op individuele basis bij
verschillende levensverzekeringmaatschap
pijen. Daardoor kon niet worden geprofi
teerd van een voordelig tarief, dat zou kun
nen worden bedongen bij het afsluiten van
een zgn. collectieve verzekering. Bovendien
bestond geen rechtstreekse verplichting
voor de boerenleenbanken om verzekerin
gen af te sluiten.
Het is duidelijk, dat bij een dergelijke situ
atie de kans bestaat, dat geen of onvoldoen
de verzekeringen worden gesloten en dat
derhalve het einde de last draagt. Zowel
de kassier als de boerenleenbank kunnen
dan de dupe worden. De kassier dreigt het
slachtoffer te worden omdat voor hem
geen voldoende voorziening is getroffen
tegen de tijd, dat hij het werk niet meer
aan kan. De boerenleenbank verkeert in een
nadelige positie, omdat zij óf ten laste van
haar exploitatie dubbele uitkeringen moet
verrichten, eenmaal voor de pensioenvoor
ziening van de oud-kassier en eenmaal voor
het salaris van de nieuwe kassier, dan wel
omdat zij moet blijven voortsukkelen met
een kassier, die niet meer voor zijn taak
berekend is.
Met een goede pensioenregeling wordt de
kassier gediend. Hij behoeft zich niet be
zorgd te maken voor de oude dag of voor
andere eventualiteiten, die zijn eigen be
staan of dat van zijn nagelaten betrekkin
gen in gevaar zouden kunnen brengen. Het
is duidelijk, dat daardoor niet alleen de ar
beidsvreugde wordt verhoogd. Nog veel
belangrijker is, dat de kassier daardoor van
zorgen wordt bevrijd, zodat hij zich onbe
zorgd kan wijden aan de oplossing van de
zorgen van anderen, met name op finan
cieel gebied, waarin wij in het boerenleen
bankwezen onze gezamenlijke taak en roe
ping zien. Daarmede is ook het belang van
de boerenleenbank gediend.
Evenwel het tot stand brengen van een ver
plichte pensioenverzekering voor alle kas
siers en voor alle andere werknemers bij
de boerenleenbanken, die daarvoor in aan
merking komen, is verre van eenvoudig. In
de verhouding tot al deze werknemers is
er niet één grote werkgever, die voor allen
als verzekeringnemer kan optreden en een
groot collectief pensioenverzekeringscon
tract zou kunnen afsluiten, waarbij de in aan
merking komende personeelsleden van de
boerenleenbanken als verzekerden zouden
kunnen optreden. Dat zou in strijd komen
met de aard en het karakter van onze boe
renleenbanken, die ieder in de eigen ge-
1520