ALGEMENE VERGADERING COÖPERATIEVE
CENTRALE BOERENLEENBANK
Toelichting van
mr. Ph. C. TA. van Campen
bij de
nieuwe pensioenregeling
Het agendapunt, dat thans aan de orde is,
vermeldt de vaststelling van een nieuw pen
sioenreglement voor de plaatselijke boeren
leenbanken. De pensioenregeling voor de
kassiers en daarvoor in aanmerking komen
de assistenten kan echter niet op zichzelf
worden bezien. Zij maakt een onderdeel
uit van tal van voorzieningen zowel op ma
terieel als op personeelsgebied, die bij de
boerenleenbanken moeten worden getrof
fen, teneinde haar werking in overeenstem
ming te houden met de eisen, die daaraan
worden gesteld. Ik zou dan ook mijn toe
lichting op de nieuwe pensioenregeling in
een meer algemeen kader willen plaatsen.
Daardoor kan ook het bezwaar worden on
dervangen, dat de betekenis van een goede
pensioenregeling voor de werknemers bij
de boerenleenbanken al te eenzijdig wordt
belicht, indien daarover alleen zou worden
gesproken in het kader van het personeels
beleid. Uit vergadering-technisch oogpunt
biedt dit ook een voordeel. Van de zijde
van de directie kunnen tegelijkertijd die
1516
mededelingen worden gedaan, die anders
onder punt 10 van de agenda aan de orde
zouden zijn gekomen.
Allereerst nu iets over de materiële voor
zieningen.
1 MATERIËLE VOORZIENINGEN
Sedert 1945 zijn in hoog tempo bankge
bouwen gesticht om tegemoet te komen
aan de eisen, die de relaties van de boeren
leenbanken terzake van het dienstbetoon
mogen stellen. Van de 601 aangesloten ban
ken hebben thans 378 banken, d.w.z. 63%)
van het totaal, een eigen bankgebouw. De
stichting van 128 nieuwe bankgebouwen
is in voorbereiding of reeds in uitvoering.
Ter opvoering van het dienstbetoon heb
ben thans 70 boerenleenbanken in totaal 89
permanente bijkantoren; de stichting van
21 bijkantoren is in voorbereiding.
Deze snel voortgaande nieuwbouw stelt
uiteraard grote eisen aan de financiering
daarvan. In de periode van 1957 t/m 1962
hebben de boerenleenbanken voor een be
drag van 33 miljoen in bankgebouwen
geïnvesteerd. In dezelfde periode hebben
zij voor een bedrag van 12 miljoen op
bankgebouwen afgeschreven. Tegelijker
tijd werd voor een bedrag van 13,5 mil
joen aan de reserves van de boerenleen
banken toegevoegd. Deze zijn derhalve
praktisch geheel besteed voor de financie
ring van investeringen in nieuwbouw. Zelfs
kon hiermede niet worden volstaan; in de
zelfde periode werd voor een bedrag van
7,5 miljoen beslag gelegd op de bestaande
reserves ter financiering van de nieuw
bouw. In deze situatie kan slechts tijdelijk