ken, reeds in het eerste jaar van haar be
staan met groot succes. Het totaal van de
afgesloten kredietverzekeringen beliep in
1962 reeds 17,5 miljoen. Geleidelijk wer
den verschillende verzekeringsmogelijkhe
den geopend, het eerst voor de aanvullende
hypothecaire leningen boven twee/derde
van de onderpandswaarde. Deze vcrzeke-
ringsmoglijkheid staat ook open voor le
ningen buiten land- en tuinbouw. Hiervan
wordt vooral gebruik gemaakt voor de fi
nanciering van aankoop en stichting van
woningen tot 90% van de onderpands
waarde.
Vervolgens werd de mogelijkheid geopend
om voorschotten, die juridisch onvolwaar
dig zijn gedekt, in de verzekering te betrek
ken. Deze dekkingsmogelijkheid, die dooi
de landbouwkredietverzekering wordt ge
boden, wordt alleen toegepast om extra fi
nanciering in land- en tuinbouw mogelijk
te maken.
De aldus verzekerde posten in de landbouw
hebben bijna alle betrekking op voorschot-
aanvragen, gedekt door zekerheidsover
dracht van inventaris en vee, losse inven
tarisstukken of een combinatie van deze
zekerheden. De aangevraagde gelden die
nen voor verscheidene doeleinden, zoals fi
nanciering van de overgedragen zaak of
zaken, bedrijfsfinanciering en aflossing van
schulden elders. In de tuinbouw hebben
de verzekerde posten nagenoeg uitsluitend
betrekking op cessie van afbraakrechten.
Veelal worden de verzekerde voorschotten
aangevraagd voor stichting of verbetering
van (glas)opstanden, waarop de tot zeker
heid overgedragen rechten betrekking heb
ben. De gemiddelde grootte van de ver
zekerde bedragen in de sector tuinbouw is
aanmerkelijk groter dan in de sector land
bouw.
Een uitbreiding van deze verzekeringsmo
gelijkheid buiten land- en tuinbouw ligt in
het algemeen niet in de bedoeling. Zouden
wij daartoe overgaan, dan zouden wij de
verzekeringstarieven drastisch moeten ver
hogen; de extra financiering van land- en
tuinbouw zou daardoor worden bemoei
lijkt. Bovendien zou daardoor de uiteraard
beperkte verzekeringscapaciteit van onze
kredietverzekeringsinstelling al te spoedig
worden uitgeput en zulks wederom ten na
dele van land- en tuinbouw. Wel zouden
wij wellicht in overweging kunnen nemen,
met deze verzekeringsmogelijkheid iets te
doen ten bate van de vestiging van boeren
zoons buiten de landbouw. Wij zouden dan
echter daartoe moeten kunnen samenwer
ken met andere instellingen van de georga
niseerde landbouw, die met ons een deel
van het risico zouden willen dragen. Wij
De stemmen worden geteld
5°9