1 AANTEKENINGEN BIJ DE STATISTISCHE GEGEVENS „Geen woorden maar daden' Het lijkt wel of het enthousiasme van de voetballiefhebbers is overgeslagen op de spaarders en stimulerend heeft gewerkt op hun spaarzin. In de afgelopen maand werd bij onze boerenleenbanken dan ook een spaarsaldo genoteerd, dat de verwachting verre overtrof. Gezien de hoge spaarsaldi in de voorafgaande maanden en de seizoensuitgaven in de landbouw leek ons de veronderstelling gewettigd, dat de maand maart een slechte spaarmaand zou zijn. De uitkomsten duiden echter op het tegendeel. Gedurende deze maand werd 102 miljoen ingelegd en 77 miljoen terugbetaald, zodat er een overschot resulteerde van 25 miljoen. Intussen is het niet ondenkbaar, dat er een oorzaak aan de hoge spaaroverschotten ten grondslag ligt, die niet in alle opzichten gunstig genoemd kan worden. Er zijn namelijk aanwijzingen, dat de investerings activiteit in de landbouw vermindert of althans niet meer toeneemt. Dit zou ook wel verklaarbaar zijn, daar de Nederlandse landbouwers in de afgelopen jaren de investeringen hoog hebben opgevoerd en zij het nu misschien tijd vinden om het wat kalmer aan te gaan doen. In het overige gedeelte van het bedrijfs leven tekent dezelfde tendentie zich af. Vermoedelijk hebben de hierdoor onbesteed gebleven gelden ten dele hun weg gevonden naar de spaarinstellingen. Verzamelb al ans Het tegoed, dat de boerenleenbanken bij de Centrale Bank aanhouden is gedurende de maand februari niet onbelangrijk toegenomen. Deze stijging vindt mede haar oorzaak in de toeneming van de toevertrouwde middelen bij de plaatselijke banken. Zowel de spaargelden als het tegoed, dat de rekeninghouders in reke ning-courant aanhouden, zijn in februari gestegen. Het verschil tussen de stortingen en terugbetalingen bedroeg in deze maand 33 miljoen, terwijl het tegoed van de rekeninghouders in rekening-courant toenam met 1 miljoen. Hiertegenover daalden de kredieten in rekening-courant met 3 miljoen, terwijl het uitstaande bedrag van de voorschotten steeg van 960 miljoen tot 971 miljoen. Per saldo kon het tegoed bij de Centrale Bank toenemen met ongeveer 25 miljoen. 1490

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1963 | | pagina 36