f aan schatkistbiljetten over de toonbank door de banken afgenomen. Dit alles ver klaarde dan ook wel de inkrimping van de banksaldi tot 356 miljoen en de verbeter de positie van het Rijk. Storting op de staatslening Op 22 februari liet de Agent van het Minis terie van Financiën pas de voorwaarden los waarop schatkistpapier zou mogen worden ingeleverd ter betaling van de staatslening. Deze voorwaarden vielen erg mee: de dis contonoteringen werden voor papier ver vallende in april en mei 1963 vastgesteld op 1%%) en voor papier vervallende in juni tot en met augustus 1963 op Al werd in eerste instantie geschat, dat van deze faciliteit voor niet meer dan circa 100 miljoen gebruik zou worden gemaakt, de realiteit kwam wel heel anders uit. Bij na twee/derde 190 miljoen) van deze stortingsverplichting is namelijk geschied door inlevering van dat papier. liet Minis terie van Financiën neemt wel het enigszins vreemde standpunt in, dat het niet mede deelt hoeveel schatkistpapier in betaling is gegeven. Toch denkt men het bedrag vrij nauwkeurig te kunnen schatten op ruim 190 miljoen. Dit houdt dus in, dat de Staat slechts 110 miljoen van de gehele obligatie lening als nieuw geld in kas heeft gekregen. Deze 110 miljoen alleen zou natuurlijk wel makkelijk te dragen zijn geweest en op de geldmarkt hoegenaamd geen verkrap- pende invloed hebben uitgeoefend. Hierbij kwam echter de volkomen vrijwillige hier boven reeds ter sprake gebrachte aankoop van 100 miljoen aan schatkistbiljetten. In de week van 4 tot 1 1 maart werd zelfs nog voor 25 miljoen afgenomen. Juist door deze aankopen waren de per saldo eigenlijk geringe stortingsverplichtingen op de staatslening toch nog te zwaar. Des ondanks was per 11 maart het saldo van de banken met slechts 15 miljoen tot 340 miljoen gedaald. Dit is echter ongeveer 40 miljoen beneden de gemiddeld aan te hou den kasreserve. Hierbij komt, dat de ban ken in de ervoor liggende week permanent iets beneden deze gemiddelde verplichting gebleven waren. Het is daarom wel duide lijk, dat de geldmarkt aan de zeer krappe kant stond sinds de bewuste 7 maart. Dit blijkt ook uit het verloop van de callprijs. De officiële callrente werd op 8 maart ver hoogd van i°/o tot i/^/o. De marktprijs hield hiermee echter geen gelijke tred. Prij zen tot drie procent en zelfs hoger gaven een juister beeld van de benauwde sfeer op de geldmarkt. Voor de volgende kasreserveperiode is de Nedcrlandsche Bank de markt echter te gemoet gekomen. In de eerste plaats heeft Een gedeelte van de werkruimte van de Boerenleenbank Erica. 1481

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1963 | | pagina 27