1 het geld onaangeroerd op de spaarbank staan. De rest van de spaarders, die over vrijkomende gelden konden beschikken, namen dit tegoed geheel of ten dele op. Hieruit blijkt dus dat slechts zelden achter eenvolgens de vrijkomende kleinere bedra gen werden opgenomen onder gelijktijdige periodieke inleg van nieuwe bedragen over eenkomstig de spaarregeling. Tenslotte heeft men ook nog nagegaan voor welke bestedingen de opgenomen gel den werden aangewend. Daarbij bleek dat meer dan de helft van de spaarders het geld voor het verkrijgen van duurzame goede ren besteedde. Minder dan io°/o gebruikte het opgenomen spaargeld voor aanvulling van het huishoudgeld. De conclusie uit het genoemde onderzoek is dus, dat men slechts zelden het gepre mieerde spaargeld gebruikt om opnieuw voor een spaarpremie in aanmerking te ko men. Dit feit is des te waardevoller omdat uit het onderzoek bij twee andere spaarin- stellingcn een soortgelijk resultaat uit de bus is gekomen. Tenslotte blijken ook onze oos terburen hetzelfde te ervaren. Dit is geble ken uit de resultaten zoals die door de Stuttgarter Sparkasse zijn bekend gemaakt. Uit de organisatie Personalia Oorkonde met draagmedaille Op 13 maart werd aan de heren C. D. van de Tol en B. Bouwma, die respectievelijk directeur en bestuurslid van de Boerenleen bank Dronrijp zijn geweest gedurende 40 jaren, een oorkonde met draagmedaille uit gereikt als blijk van erkentelijkheid voor de vele diensten, die zij aan het landbouw krediet hebben bewezen. Ook de heer II. A. Peters, die bijna 40 ja ren bestuurslid van de Boerenleenbank Lat- trop is geweest, werd op 18 maart onder dankzegging onderscheiden met een oor konde en een draagmedaille. De heer Mar. van Dongen is van 1925 tot 1956 kassier en van 1956 tot 1963 bestuurs lid en directeur van de Boerenleenbank Waspik geweest. Op 21 maart werd hem eveneens een oorkonde met draagmedaille toegekend. 1478

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1963 | | pagina 24